‘Mijn moeder was echt heel stoer’
Ava, Jayden, Selenay vertellen het verhaal van Lies Vogels
Eindhoven
In de serre van mevrouw Lies Vogels maken Ava, Jayden en Selenay uit groep 8 van de Beppino Sarto-school in Eindhoven kennis met deze gastvrije dame. Mevrouw Vogels is 95 jaar, maar daar viel niets van te merken. Mevrouw Vogels was 11 toen Nederland bezet werd. Net zo oud als Ava, Jayden en Selenay nu zijn
Heeft u nog voorwerpen of foto’s van de oorlog en de bevrijding?
’Ja, ik heb een tekening van de kazerne, die mijn zoon gemaakt heeft. In een stukje woonden wij, de rest van de kazerne was voor de marechaussee. Nu verblijven er studenten, maar tijdens de oorlog woonden wij daar; mijn ouders en hun zes kinderen. Later hebben de Duitsers er hun intrek genomen. Dat was nadat de marechaussee vertrok. Er was zelfs een schietpartij tussen leden van de Marechaussee en de Duitsers. Dat was best angstig.’
‘Ik heb ook een fotoalbum, waar je heel wat belangrijke gebeurtenissen ziet. Zoals de bevrijding, de vliegtuigen waar de parachutisten uitgesprongen zijn. Er is zelfs een foto, waar ik met een van de bevrijders opsta. Ook heb ik foto’s van meisjes die omgingen met de Duitsers. Zij werden als straf kaalgeschoren.’
‘Het meest bijzondere dat ik heb is een boekje met handtekeningen. Ik hield als klein meisje een boekje bij, waarin mijn leraren en klasgenootjes een handtekening zetten. Dat boekje liet ik ook door de Amerikaanse piloten tekenen tijdens de bevrijding. Op een avond werd ik gebeld met de vraag of ik naar het restaurant van mijn schoonzoon wilde gaan, daar waren twee Amerikaanse veteranen. Gewapend met al mijn handtekeningen, stapte ik meteen op mijn fiets. Zij konden hun ogen niet geloven, er waren heel wat kameraden die er wat in hadden geschreven. Deze veteranen kwamen ieder jaar naar Eindhoven.’
Wat mocht er allemaal niet tijdens de oorlog?
‘We moesten vanaf acht uur ’s avonds binnenblijven. Dat noemde ze de Spertijd. Als je nog steeds buiten was, riskeerde je opgepakt te worden. De vensters werden afgeplakt. Het moest verduisterd worden. We hadden bijna geen elektriciteit en gas. Huiswerk maakten we met zijn alleen in een kamer met een kaars. Wij hebben trouwens altijd wel les gehad. Niet op een school, want daar zaten de Duitsers. De lessen waren bijvoorbeeld op een zolder.’
‘Er werden fietsen meegenomen. Gelukkig had ik een oude fiets. Die wilden ze niet en daar ging ik mee naar Lieshout om bonnen te halen. Maar ja, als het eten op was, had je niets aan de bonnen. Ook radio’s moesten ingeleverd worden. Dat heeft mijn moeder nooit gedaan! Zij verstopte haar radio in de kast. En in de avond luisterde ze naar Radio Oranje vanuit London. Daar hadden wij natuurlijk niet zoveel zin in – we waren met zes kinderen en maakten dan wat meer geluid – dus zette mijn moeder de radio weer wat harder. Dan werden we bang, want we woonden natuurlijk naast de Duitsers. Maar dat deed ze gewoon.’
‘Mijn moeder was trouwens echt heel stoer. Ze hielp ook een bekende Eindhovense verzetsstrijder aan voedsel en wapens. Ze moest een keer opdraven bij de lokale grote baas van de Duitsers. Nou dan ben je als kind wel bang hoor! We zaten echt in onrust! Maar ze kwam gelukkig terug. Wat ze hem wijsgemaakt had, weten we niet. ‘
Schrok u van het bombardement na de bevrijding?
‘Dat was heel gek. Ik was inmiddels 16 jaar. Het was de hele dag feest, wij waren eindelijk vrij! We wilden ‘s avonds weer gaan feesten, terug naar het centrum. Ineens zagen wij oranje lichtkogels. We vonden dat prachtig. We wisten toen nog niet wat er aan de hand was, totdat er een vader riep: ‘Naar binnen! Naar binnen!’ De Duitsers wilden terugkomen. Ik kwam toen terecht in een kelder met allemaal mensen. Het was echt grote paniek! En mijn arme moeder was doodongerust. Nadat het luchtalarm het sein ‘veilig’ hadden gegeven, mocht ik eindelijk weer naar huis. Intens gelukkig omarmden mijn moeder en ik elkaar.’
De middag van het bombardement kwam ik nog meiden tegen die bij mij in de klas zaten. Hartstikke blij, vrij, zonder zorgen, feestend. Zij zochten, tijdens het bombardement, bescherming in een schuilkelder op de Biesterweg. Zij overleefden het niet. Zoiets vergeet je nooit. Dat kan je gewoon niet vergeten. Heel beangstigend allemaal.’
Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.