‘Met de dynamo op de fiets konden we ervoor zorgen dat we licht hadden’


Somaya (11), Nancy (11),/nDivano (11), Salah (11) vertellen het verhaal van Willemijn Reijngoud 12 jaar toen de oorlog begon
Rigelstraat 15

De broer van Willemijn Reijngoud moest helemaal alleen naar Friesland om daar bij andere mensen te gaan wonen. Wij vonden dat heel zielig toen mevrouw Reijngoud ons dit vertelde. Maar we begrijpen het ook: het gezin had in de Hongerwinter gewoon niet genoeg eten voor iedereen.

Wanneer wist u dat er oorlog was?
“Het moment dat de oorlog begon heb ik heel bewust meegemaakt. Er vlogen zo veel vliegtuigen over Amsterdam, dat gaf een enorme herrie. Ik hoorde mijn ouders op hun slaapkamer praten, dus ik ging ernaar toe. Mijn vader stond voor het raam en zei: ‘Het is zover.’ Dat moment vergeet ik nooit meer. Ik wist niet wat er te gebeuren stond en toch begon ik heel hard te huilen. Je voelt als kind de spanning, ook al proberen je ouders je er nog zo voor te behoeden.”

Wat deed u als het luchtalarm ging?
“We hadden een kast onder de trap en we wisten dat het daar vrij veilig was. Als een huis instort blijft de trap vaak staan namelijk. Dus als het alarm afging, gingen we met z’n allen in die kast zitten. Met mijn zus en ons hondje Bartje rende ik er dan heen. Bartje rende altijd zelf naar de kast als hij het geluid van het alarm hoorde. Dat was zo grappig. Mijn zus zat altijd op een kist, ik zat op een  kussen en mijn vader zat voor de kast. Hij vond het maar onzin om in de kast te gaan zitten. ‘Nou, dan kun jij goed de scherven tegenhouden!’, zei mijn moeder.”

Wat herinnert u zich nog van de Hongerwinter?
“We hadden tijdens de Hongerwinter geen eten en geen elektriciteit, dus ’s avonds kon je niets doen. Ook niet lezen. Dan gingen we vaak van armoe maar naar bed, ook omdat het zo koud was. Er was geen hout meer voor de kachel, zelfs alle bomen op het plein hadden mensen omgehakt. We hadden wel een fiets en die hadden we ondersteboven in de woonkamer gezet. Met de dynamo op de  fiets konden we ervoor zorgen dat we licht hadden maar dan moest er wel constant iemand aan de trappers draaien. We zaten dan allemaal in het licht van de fiets, mijn vader zat vaak te lezen en  wij deden handwerk. Mijn zus Annie praatte heel veel tijdens het draaien van de trappers, waardoor het licht steeds minder werd. Dan onderbrak mijn moeder haar: ‘Draaien, Annie, draaien!’.”

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892