‘’Wij waren de Engelsen en die NSB-kinderen de Duitsers’’


Gijs, Eline, Phum vertellen het verhaal van Jan van Langen, 7 jaar toen de oorlog begon
Vegastraat 240

Op de fiets gaan Gijs, Eline, Phum vanaf hun school Het Wespennest naar het huis van Jan van Langen in Tuindorp Oostzaan. Hij woont nog steeds in dezelfde buurt als toen hij kind was. Jan van Langen vertelt spannende verhalen over zijn oorlogsjaren. Hij weet er nog veel van. De kinderen luisteren ademloos.

 

Hoe begon de oorlog voor u?
“Ik werd die ochtend in mei 1940 al vroeg gewekt door een vreemd geluid. Tik, tik, tik… net alsof ze aan het mattenkloppen waren. Ik was erg nieuwsgierig dus ik ging snel buiten kijken. Het geluid bleek van een mitrailleur te komen, die op de Kometensingel stond. Over Tuindorp Oostzaan vlogen Duitse vliegtuigen die Schiphol gingen bombarderen. Want als de vliegvelden waren gebombardeerd, dan zouden er ook geen Nederlandse vliegtuigen kunnen opstijgen. Op straat zeiden de mensen dat er oorlog was, maar als 7-jarig jongetje wist ik natuurlijk niet wat dat betekende.”

Kende u ook Joden?
“Op een zondagmorgen, ergens in 1942, liep ik over het Zonneplein toen er een jongetje naar mij toe kwam en vroeg of ik een ijsje voor hem kon halen. Ik vroeg hem of hij dat zelf niet kon doen, maar hij bleek de winkel niet in te mogen omdat ‘ie Joods was. In die tijd was alles voor Joden verboden… Ze mochten niet meer in winkels of voetballen. Ik heb ijs gehaald en daarna zijn we samen naar zijn huis gelopen in de Antarusstraat. Omdat ik wel overal mocht komen, vroeg zijn moeder of ik boodschappen voor hen wilde doen. Kinderen zien geen gevaar dus ik deed het gewoon. Tot op een dag, toen ik weer richting hun huis liep, een buurvrouw naar buiten rende, me bij de lurven pakte en naar binnen trok. Het Joodse gezin was door de Duitsers meegenomen en op transport gezet. Ik heb mijn vriendje nooit meer gezien. Die buurvrouw vertelde me dat als ik hun huis was binnengelopen, ze mij misschien ook wel hadden meegenomen.”

U had NSB-kinderen in de klas, hoe gingen jullie met hen om?
“Meestal gingen we heel normaal met elkaar om. Maar op sommige momenten botsten we. Op de verjaardag van Hitler bijvoorbeeld, toen al die kinderen in hun NSB-uniform naar school kwamen, en ze door ons van het schoolplein werden afgeschopt. Ze werden naar huis gestuurd en moesten zich omkleden… ze mochten niet meer in hun uniform op school komen. Wat we ook wel eens deden was vliegtuigje spelen. Dan liepen we met onze armen wijd heel snel over die schoolpleinen heen, zogenaamd om op elkaar te schieten. Wij waren de Engelsen en die NSB-kinderen de Duitsers. NSB’ers hadden ook een blaadje dat werd verkocht voor 5 cent. Het heette ‘Het volk en Vaderland’. We zongen dan wel eens stiekem: ‘Op de hoek van de straat staat een NSB’er, ‘tis geen man, ‘tis geen vrouw, maar een farizeeër. Op de hoek van de straat staat hij maar te venten. Hij verkoopt ons vaderland voor vijf losse centen. Sla hem dood met een stoot, stop hem in een kistje, doe er nog wat water bij dan zwemt hij als een vissie.”

Foto: Caro Bonink
Foto: Caro Bonink
Foto: Caro Bonink
Foto: Caro Bonink
Foto: Caro Bonink

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892