‘Ineens stonden er Nederlandse soldaten in onze tuin, met getrokken geweren. ’


Inge (10), Vincent (11) en Cayleigh (11) vertellen het verhaal van Maarten de Heer was 8 jaar toen de oorlog begon
Nieboerweg 250Scheveningen

Maarten de Heer merkt in de oorlog dat er schaarste aan de meest normale spullen is. Maar dat doet er eigenlijk niet zo toe. In de bezettingstijd wil je maar twee dingen, zegt Maarten. Eten en correcte informatie.

Hoe was het om ineens in oorlog te zijn?
Best eng. Mijn broer is tien jaar ouder dan ik en hij werd meteen opgeroepen voor de mobilisatie. Hij woonde in Rotterdam en heeft daar gevochten. Hij heeft me later aangewezen waar hij zat, bij één van de bruggen. Mijn vader is na de capitulatie direct op de fiets gesprongen. Toen hij bij de kazerne in Rotterdam aankwam, kwam er net een groepje militairen aangemarcheerd. Daar liep mijn broer tussen. Mijn vader was zo opgelucht toen hij weer thuis kwam. Vrij snel daarna is mijn broer tijdens een razzia in Rotterdam opgepakt: voor de arbeitseinsatz. Het enige wat we wisten was dat hij net over de grens in Duitsland in een werkkamp zat. Wij hebben in die bezettingstijd geen brief of ander teken van leven gekregen. Echte informatie was schaars. Mijn zus was op de fiets altijd eten voor ons gezin en dat van haar verloofde aan het regelen. Mijn vader was leraar en mocht blijven werken. Mijn moeder was veel ziek en lag vaak in bed. Daardoor was ik veel alleen. Ik ging vooral naar school en buiten spelen met mijn vrienden uit de buurt. De Duitsers lieten mij eigenlijk overal doorlopen. Zo heb ik op de vliegtuigen gezeten, die de Duitsers op het strand hadden achter gelaten. Ik wist wel dat het niet mocht, maar ik deed het toch.

Kende u joden, of iemand in het verzet of bij de NSB?
Op het moment dat de oorlog uitbrak, stonden er ineens een aantal Nederlandse soldaten in onze tuin. Met getrokken geweren. Ik was niet bang, maar vooral verbaasd. Mijn vader ook en vroeg ‘wat komen jullie hier doen?’ Ze waren op zoek naar een NSB-er. Bleek dat ze bij het verkeerde huisnummer stonden. Ze moesten bij onze overbuurman zijn. In het verzet durfde ik niet. Ik was ook nog erg jong, maar ik begreep heel goed dat je de Duitsers niet kwaad moest maken. Mijn vriend en ik maakten een blaadje met verhalen. Er stond niets bijzonders in, maar gewoon, dat je wat deed was heel belangrijk. Ik heb ook verzetsblaadjes rondgebracht. Ik had een joods vriendje op school. Niet dat ik wist dat hij joods was hoor, daar was ik niet mee bezig. Hij vocht als een meisje en dat was pas echt stom. Op een gegeven moment stond er een bord in de bosjes van Poot: verboden voor joden. Dat snapte ik niet. Niet lang daarna moest hij naar een aparte school waar alleen maar joodse kinderen zaten. Ik weet niet hoe de oorlog voor hem is afgelopen.

Heeft u altijd aan de Nieboerweg gewoond?
Ik woonde met mijn vader, moeder, broer en zus aan de Nieboerweg. We moesten weg vanwege de bouw van de Atlantikwall. Alle buren hadden van alles geregeld, maar wij niet. We zijn toen op de Thorbeckelaan terecht gekomen, drie hoog. Er was heel weinig, dus nam ik geloof ik alleen mijn schoolspullen mee. Wat ik me goed herinner is de V1-bom die op ons afkwam. Wij stonden bij het raam en we zagen de raket recht op ons afkomen. Mijn zus was helemaal over haar toeren. Ik besefte dat bang zijn de raket niet de andere kant op zou sturen. De raket zwaaide op het laatste moment weg van ons en sloeg een paar straten verder in. Daar zijn wel doden gevallen. Tegen het einde van de oorlog werd ik naar Friesland gebracht. Ik was te mager en heb toen een tijd bij een boerengezin gewoond. Ik werkte mee op de boerderij. Verder was het heel raar om na de bevrijding terug te keren in het huis aan de Nieboerweg. De Duitsers hadden er een zooitje van gemaakt. Ieder van ons gezin kwam terug. We hadden het allen overleefd.
Ik herinner me nog een grappig verhaal uit de oorlog. Mijn zus was op één van haar voedseltochten richting Noord-Brabant gefietst. Het was te laat om nog terug te fietsen, dus mocht ze op een boerderij in de stal slapen. De volgende ochtend was haar gekochte brood voor thuis weg: de koe, die ook in de stal sliep, had het opgegeten.

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892