‘In Amsterdam waren nog maar tien of twintig Marokkanen’
Abbey, Julan, Elfia, Manar vertellen het verhaal van Mohammed Chegary
MarokkoAmsterdam-West
Manar uit groep 8 van de Admiraal de Ruyterschool in Amsterdam West is een beetje zenuwachtig. Vandaag interviewt ze samen met haar klasgenoten Abbey, Julan en Elfia haar eigen opa. Als meneer Mohammed Chegary binnenkomt, zijn de zenuwen meteen weg.
Hoe was uw jeugd in Marokko?
‘Mijn jeugd in Marokko was hartstikke goed. Ik ben geboren op de golfbaan, mijn vader was een golfleraar. Ik was veel buiten en ben opgegroeid in de zon. Ik ging naar een Amerikaanse school tot mijn 11de en daarna naar een Franse school. Op mijn 18de ging ik werken als receptionist. Vervolgens werkte ik in een uitzendbureau met twee Nederlandse gisten die elke week ongeveer tachtig tot honderd mensen naar het hotel brachten. Na een half jaar zeiden ze: ‘Jij gaat met ons mee naar Nederland.’
Hoe was de reis naar Nederland?
‘We gingen met de auto naar Nederland. Een Volkwagen Transporter, tegenwoordig een hippe auto. Samen met een vriend, twee andere Marokkanen en twee Nederlanders, gingen we onderweg. Ergens bij de grens tussen Frankrijk en Spanje ging de motor stuk. Toen hebben we drie dagen in een hotel gezeten en is van een van de jongens zijn vrouw bevallen. Hij moest met het vliegtuig terug. Twee anderen wilden weer terug naar Marokko en toen de bus klaar was, vroegen ze of ik kon rijden, want van de laatste jongen was zijn bril stuk en hij kon niet meer zo goed zien. Ik kon wel een beetje rijden, maar had geen rijbewijs. Uiteindelijk hebben we de trein gepakt naar Amsterdam.’
‘Ik sliep bij kennissen van mijn vader en een achterneef ,die op de Overtoom woonde. Ik heb in twee weken tijd Amsterdam verkend en ben toen gaan werken in Amstelveen, waar ik lampen ging monteren. Ik heb daar denk ik een half jaar gewerkt tot ik mijn vrouw ontmoette.’
Werd u gediscrimineerd?
‘In heel Amsterdam waren nog maar tien of twintig Marokkanen. Iedereen in Nederland was heel aardig en ik heb mij nooit gediscrimineerd gevoelt. Ik ben de eerste generatie Marokkanen die is gekomen.’
Wat voor werk heeft u allemaal gedaan?
‘Ik begon als monteur. Dat heb ik zes maanden gedaan. Toen ben ik bij het Hilton gaan werken, maar na twee weken vond ik dat niet meer leuk. Ik moest op zaterdag en zondag werken terwijl mijn vrienden gingen stappen.’
‘In 1965 ben ik getrouwd en zijn we naar Kampen verhuisd. In de polder was ik de eerste Marokkaan en ging ik in een meubelbedrijf werken, waar ik verschillende technieken leerde en cursussen kon volgen. Op mijn 21ste ging ik solliciteren bij de gemeente en bij de vrijwillige brandweer.’
‘Op mijn 60ste ging ik met pensioen en ben ik golfleraar geworden op de golfbaan, maar tegenwoordig kan ik niet meer zo lang staan. Op de golfbaan heb ik ook veel lesgegeven. Nu golf ik vooral zelf en op zaterdag sta ik nog achter de bar.’
Voelt u zich meer Marokkaans of Nederlands?
‘Ik voel mij een Marokkaanse Nederlander, maar eigenlijk ben ik meer een Nederlandse Marokkaan. We gaan nog vaak terug naar Marokko, we hebben met de familie een huis bij de golfbaan.’
Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.