‘Ik zag alleen maar grote laarzen onder de wc-deur’
Emir, Nihal, Ayla, Stef vertellen het verhaal van Jeanna van Hoof
Eindhoven
Het is de eerste dag van de herfst en het waait hard. Mevrouw Jeanne van Hoof staat gelukkig al bij de voordeur klaar met limonade en koekjes en ze wil graag haar herinneringen van de Tweede Wereldoorlog delen met Emir, Nihal, Ayla en Stef uit groep 8 van bassisschool Beppino Sarto in Eindhoven.
Uit wat voor gezin komt u?
‘Ik ben de oudste van mijn broers en zussen. Samen met mijn vader en moeder waren we met tien mensen. Ik heb de tafel van mijn ouders nog steeds hier staan, daar zaten we vroeger met zijn tienen aan. Ook de stoelen zijn nog van hen. Ik heb een hele fijne jeugd gehad, ook al was er een oorlog. Mijn ouders zorgden goed voor ons. We woonden aan de Prins Hendrikstraat in Eindhoven. Toen ik jong was moesten we wel binnenspelen, omdat het daar druk was. Maar het was een fijn gezin. Mijn moeder zong altijd en toen we ouder waren, rolden we altijd het kleed op en schoven we de tafel aan de kant. En dan gingen we elke avond dansen.’
Hoe voelde het toen er bommen vielen?
‘Dat was heel spannend. Mijn vader wilde niet dat we in een schuilkelder gingen. Hij kende iemand die was overleden in een schuilkelder. Dus wij bleven thuis, wij woonden in een bovenwoning. We woonden tussen de Philipsfabriek en het station. Toen de bommen vielen, kan ik me nog heel goed herinneren, dat de muren enorm aan het schudden waren. De jaloezieën van onze buren lagen bij ons op het balkon! Er zijn toen bij ons in de buurt wel vijf bommen gevallen.’
Zijn er familieleden gestorven tijdens de oorlog?
‘Nee, gelukkig is er niemand gestorven van onze familie tijdens de oorlog. Maar we hebben wel wat meegemaakt hoor. Vooral mijn man. Hij woonde met zijn familie in Woensel. Zij hadden een wc in de tuin, dus die moesten door de tuin naar de wc. Toen ze daar een keer naar toe moesten, zaten er ineens een aantal Duitsers op hun wc! Ja, die jongens moesten ook gewoon naar de wc. Mijn man zei later altijd; ik zag alleen maar van die grote laarzen onder de wc-deur!’
Wat gebeurde er met NSB’ers bij de bevrijding
‘Onze buurvrouw is na de oorlog meegenomen, omdat ze een NSB’er was. Dat was heel naar. We zaten daar met andere kinderen op de straat naar te kijken. Na de oorlog kwam ze hier weer wonen. Dat ging daarna gewoon goed. Bij ons in de buurt woonde iedereen door elkaar, protestanten, christenen, Joden. Bij ons thuis waren we heel ruimdenkend.’
‘Ik weet ook nog goed dat we een Joods gezin in onze buurt hadden, die weg moesten. Ze hebben toen hun hele huisraad weggegeven aan de buurt. Ze zeiden; ‘We hopen dat we het terugkrijgen, als we terugkomen. Maar ze zijn niet meer teruggekomen. Voor dat huis liggen nu struikelstenen, als herinnering.’
Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.