‘Ik vond het heel erg om te zien hoe mijn neven werden afgevoerd’


Jeen, Sido, Doortje vertellen het verhaal van Goos Postma
Tytsjerk

Jeen, Sido en Doortje van basischool De Romte uit Tytsjerk gaan bij meneer Goos Postma op bezoek om hem te interviewen. In de oorlog woonde meneer Postma in een boerderij op de Súderein in Tytsjerk, samen met zijn ouders en drie oudere broers. Hij was twee jaar toen de oorlog begon.

Heeft u ook spannende dingen beleefd in de oorlog?
‘Ik ben van 1938, dus ik heb het begin van de oorlog niet bewust meegemaakt. Maar ik kan me zeker nog wel spannende momenten herinneren. Op een nacht is er een Engels of Canadees vliegtuig rakelings over onze boerderij gegaan. Die was neergeschoten door de Duitsers. Verderop in een poel is het vliegtuig neergestort, dat was wel eng. Mijn ouders gingen ernaartoe, maar het vliegtuig was al weggezakt. Een koe van ons is wel geraakt door een stuk blik van dat vliegtuig, zijn buik was helemaal open. Ik zie haar nog staan bij ons achter, ze moesten haar afmaken.’

‘Een andere keer waren we ook wel erg bang. Er was een bataljon van zo’n twaalf Duitse soldaten. Ze stopten aan de overkant van de straat, daar was een brede berm. Het was rond etenstijd, ze gingen zitten en wat eten. Als kinderen wilden we daarbij kijken. Ze hadden brood bij zich. Onze buurman had een hond en die liep ook langs die soldaten en de hond pakte ineens een brood. Eén van die Duitsers pakte toen zijn geweer om op de hond te schieten, maar die kon net op tijd bij ons achter het huis komen, dus hij heeft hem gelukkig niet geraakt. Maar het was wel even spannend.’

Heeft u geheime dingen gedaan in de oorlog?
‘Nee, ik was nog heel jong. Maar we hebben wel eens stiekem een varken geslacht bij ons thuis. Dat mocht toen niet. De Duitsers wilden dat al het vee geregistreerd werd en je mocht zeker niet dieren slachten zonder toestemming. Mijn heit had dan van de twaalf biggetjes stiekem maar elf geregistreerd en die twaalfde hield hij wat apart en die werd na een poosje geslacht. Het was november, de slachtmaand. Mijn mem bereidde dat vlees dan en dan kwam het spek op zolder te hangen. De rook van de kachel ging door het spekhok en dan werd het spek gerookt. En als het helemaal gaar was, dan mochten wij er een stukje van hebben. Dat was zó lekker. Maar het was wel gevaarlijk, je kon ervoor opgepakt worden. Later in de oorlog hadden we stiekem een radio. Dat mocht natuurlijk ook niet van de Duitsers.’

Heeft u wel eens een razzia meegemaakt?
‘Er woonden bij ons op de buurt allemaal Postma’s, dat was allemaal familie. Mijn oom had vier zoons, dat waren mijn neven dus. In die tijd werden jonge mannen opgepakt om in Duitsland te gaan werken. En daarom hadden mijn neven een hol gemaakt in de hooischuur en daar konden ze zich dan in verstoppen. Op een keer kwamen er Duitsers aan de deur en mijn oudste drie neven hadden zich verborgen in het hooi, de jongste niet, want die was te jong om in Duitsland te gaan werken. Maar de Duitsers hebben mijn jongste neef toen geschopt en geslagen, want ze wilden dat hij vertelde waar zijn broers waren. Hij schreeuwde het uit en uiteindelijk heeft hij verteld dat zijn broers in het hooi zaten. Toen zijn de jongens afgevoerd. Dat vond ik echt heel erg, dat was heel spannend allemaal.’

‘Eerst kwam er één neef terug. Je herkende hem bijna niet, hij was zo vermagerd. Zijn hoed bleef niet meer op zijn hoofd zitten, maar zakte helemaal over zijn oren. Hij had in een Duits kamp gewerkt. De Duitsers hadden de gevangenen op een schip in Emden gezet om naar de Oostzee te brengen om het daar te laten zinken. Dat was het verhaal tenminste. Uiteindelijk kwamen alle drie neven terug gelukkig, maar niet tegelijk.’

 

 

 

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892