‘Ik strijd tegen ongelijkheid en alle vormen van discriminatie’
Fatima, Achmed, Matin en Prapveer vertellen het verhaal van Mustafa Ayranci
TurkijeAmsterdam-Noord
Het is een koude decemberdag in Amsterdam-Noord op de dag van het interview met Mustafa Ayranci. Fatima, Achmed, Matin en Prapveer van basisschool De Bottelhoef komen goed ingepakt de OBA-Bibliotheek in de Banne binnen. Meneer Ayranci komt uit Turkije waar hij is geboren in het dorpje Celep. Zijn familie was Koerdisch. Hij streed en strijdt nog steeds tegen onrecht. Voor zijn eigen veiligheid is hij in 1971 naar Nederland gekomen.
Waarom kwam u naar Nederland?
‘Ik was 18 jaar oud, student, socialist, revolutionair. Ik vond dat de Koerden recht hebben op het spreken en studeren van hun eigen moedertaal, maar dat mocht niet! Ik werd bedreigd door ‘De Grijze Wolven’; dat zijn aanhangers van Hitler. Op gegeven moment werd het duidelijk dat ik of doodgeschoten zou worden, of het land zou moeten verlaten, omdat ik activist was. Toen ben ik met een 36 uur durende treinreis naar Nederland gekomen. Ik kwam naar Amsterdam en kende hier niemand.’
Wat was er anders in Nederland dan in Turkije?
‘In Amsterdam kan een vrouw om twee uur ‘s nachts gewoon in haar eentje op straat zijn en zich helemaal veilig en vrij voelen. In Turkije is het onmogelijk voor een vrouw om zo laat op straat te zijn. Doordat dat in Nederland zo anders was, realiseerde ik me: ik wil dat elke vrouw zich veilig voelt. Vrouwen moeten onafhankelijk zijn, ze verdienen eerlijke rechten en respect. Toen ben ik ook gaan strijden voor de rechten van de vrouw. Zij weten hoe het is om heel veel pijn te verdragen, want dat maken ze mee als ze hun kinderen, onze kinderen baren. Ik geloof dat dat de reden is dat vrouwen altijd tegen oorlog zijn, omdat ze die grote pijn kennen en ons allemaal voor pijn willen beschermen.’
Waar bent u trots op?
‘Mijn strijd tegen ongelijkheid en alle vormen van discriminatie. In 2009 heb ik de Bob Angel Oorkonde gekregen, dat was omdat ik veel heb betekend voor de homobeweging. Dat was niet makkelijk, want van mijn eigen cultuur uit wordt homoseksualiteit afgekeurd. Maar als ik wil dat anderen voor mijn rechten opkomen en mij respecteren zoals ik ben, dan moet ik zelf ook voor rechten van anderen opkomen. Ik ben homoseksualiteit bespreekbaar gaan maken binnen de Turkse gemeenschap. Toen ik die Bob Angel Oorkonde ontvangen had en thuiskwam, legde mijn dochter haar hoofd op mijn schouder. Ze zei: ‘Pa, ik ben trots op jou.’ Wat mij dan weer ontzettend trots maakt, want wat is er belangrijker voor een vader, dan dat zijn dochter trots op hem kan zijn?
Ik kom op tegen onrecht. Vrouwenrechten, de Koerdische onderdrukking, de Armeense genocide: dat zijn onderwerpen die onbespreekbaar zijn in Turkije, terwijl het zo nodig is ze te bespreken!
Ik was 18 toen ik naar Amsterdam kwam. Ik voel mij een vreemde in Turkije. Mijn kinderen zijn hier geboren en getogen. Als ik in Turkije ben dan wil mijn broer dat ik bij hem thuis zodat mijn schoonzus, zijn vrouw, mij kan verzorgen en bedienen. Maar zij is een vrouw van 73, dat wil ik niet! Ik wil zelf mijn ontbijt maken, dat hoeft zij niet voor mij te doen, alleen dat begrijpt mijn broer niet. Daarom neem ik, als ik in Turkije ben, een hotel.’
Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.