‘Hoewel ik Suriname miste, wilde ik toch blijven’


Ismael, Harun en Jasmijn vertellen het verhaal van Mevrouw Ishaq (21 jaar toen zij in Amsterdam aankwam)
De Indische buurt

We lopen naar het kantoor waar Ismael, Harun en Jasmijn het interview met mevrouw Ishaq gaan interviewen. Ismael vertelt onderweg over zijn grote familie uit Marokko. Harun heeft een Turkse achtergrond. En Jasmijn? Haar familie komt onder andere uit Utrecht. De kinderen zelf zijn alle drie geboren in Amsterdam. Ismael en Harun weten de weg. “In die straat woont een vriendje van mij!” De dochter van mevrouw Ismael doet open. Op tafel staan kopjes. Mevrouw Ismael zit al klaar voor het gesprek. Op papier hebben de kinderen hun vragen opgeschreven.

Hoe was uw aankomst in Amsterdam?
‘Ik was ziek en wilde beter worden. Maar in Suriname lukte dat niet. Ik moest worden geopereerd worden, en dat kon alleen in Nederland. Op het vliegveld Sanderij, bij Paramaribo, nam ik afscheid van mijn broer, mijn oom, mijn vader en de kleine kinderen van mijn broer. Ik huilde. Het deed pijn om afscheid te nemen en ik was bang voor de operatie. Hoe zou het aflopen? Mijn zus woonde in Amsterdam. Ze had ballonnen voor de deur neergezet. Ik voelde me welkom bij haar. Toen ik beter was, belde ik mijn vader: “Ik kom niet meer terug. Ik blijf hier. Ik wil hier werken.” “Kom terug!”, zei mijn vader. Hoewel ik Suriname miste, wilde ik toch blijven.’

Wat weet u nog van Suriname?
‘Als kind liep ik elke dag anderhalf uur naar een andere stad, waar de school was. We hadden geen auto…, niks. Half 7 moest ik het huis uit. Om 8 uur begon school. Als ik niet op tijd was, kreeg je ik straf. In Suriname hebben leerlingen een schooluniform. Meisjes dragen een rok en een lichtblauwe blouse. En elke ochtend moesten we bidden in de kerk. Ik ben moslim, maar we moesten allemaal bidden want de school was katholiek. Als klein meisje dacht ik er nooit over na om later naar Nederland te komen. Ik vond Suriname veel te fijn. Toen ik 12 was, overleed mijn moeder. Ze kreeg een hartstilstand. Ik had zes zussen en vier broers. Toen heeft mijn vader ons groot gebracht. Hij was mijn vader en moeder tegelijk.’

Heeft u uw vader nog gezien?
‘Uiteindelijk kwam hij een jaar later naar mij in Amsterdam, 1 jaar later. Ik woonde eerst nog bij mijn zus, daarna kreeg ik een huis in Amsterdam-Oost. Ik leerde mijn vriend kennen, met wie ik trouwde. We kregen kinderen en toen vond ik Amsterdam heel leuk.
Toen ik klein was, wilde ik in een restaurant werken. Dat was mijn droom. Nu kook ik samen met alle oude mensen (uit de buurt?). We maken samen eten, in de Indische Buurt.’

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892