‘Ze probeerden mijn leven zo normaal mogelijk te houden in een wereld waarin de waanzin heerste’


Maya, Dua en Sami vertellen het verhaal van Berdi Pront
Stadionkade 19Amsterdam-Zuid

Berdi (Berdina) Vieyra-Pront werd op Eerste Kerstdag 1942 geboren. Negen dagen later stonden haar Joodse ouders Abraham Pront en Rachel Walg haar noodgedwongen af aan twee dames in Amsterdam-Zuid. Terwijl haar ouders ondergedoken zaten, groeide Berdi bij Mammi en Kokkie in een liefdevolle omgeving op. Een dag na de Bevrijding stonden twee vreemde mensen voor de deur om haar mee ‘naar huis’ te nemen. Maya, Dua en Sami van basisschool De Rivieren interviewen Berdi (78) over de periode voor en na de oorlog.

Hoe bent u bij uw pleegouders terechtgekomen?
‘Mijn ouders zijn vlak voor de oorlog getrouwd in de synagoge aan de Linnaeusstraat in Oost, als een van de laatste Joodse stellen. Op Eerste Kerstdag 1942 werd ik geboren. Tegen die tijd was het noodzakelijk dat ze gingen onderduiken, maar dat was moeilijk met een pasgeboren baby. Via de huisartsen Ben en Thea Sajet kwamen ze in contact met twee dames, Margareta van Hinte en haar partner Cornelia Hennekam. Ik werd officieel het kind van Cornelia, die ik Kokkie noemde. Margareta was voor mij Mammi.’

Heeft u nog iets dierbaars uit de oorlog?
‘Mijn doopbewijs, foto’s waar ik op sta met Mammie en met Kokkie en dit dagboek. Tussen alle zorgen en hun werk door – Kokkie was aanneemster, Mammie journaliste – schreef Margareta bijna dagelijks een stukje in mijn dagboek. Vijf dikke schriften vol schreef ze in de ik-vorm, alsof ik het dus vertel. Wanneer ben jij jarig? Op 12 januari. Dan lees ik voor van 12 januari 1944: “Oom Antoon en Tante Annie zijn geweest. Tante Annie noemt mij een blij kindje. Ik heb altijd plezier.” Ook schreef Mammie over wat er op zo’n dag in onze buurt en in de wereld gebeurde. Dat er een luchtalarm was afgegaan of dat Berlijn weer was gebombardeerd. En kijk, ze hielden ook mijn gewicht bij. Op 9 mei 1943 woog ik 11 pond en 20 gram, op 4 juli dat jaar 13 pond en 200 gram. Ik heb de dagboeken in boekvorm uitgegeven en een paar jaar geleden werd ik door boekhandel Jimmink gevraagd eruit voor te lezen op 4 mei. Sinds die tijd spreek ik vaker. En nu ook met jullie.’

Hoe was de Hongerwinter voor u?
‘Hoe ze aan eten kwamen in die tijd dat weet ik niet, maar het lukte ze. Ze kenden mensen die geld of eten voor ons regelden. Kijk, hier staat een lijstje met uitgaven in het dagboek. Voor melk 63 cent, één gulden voor de apotheek, één gulden vijftig voor een po. In het dagboek lees ik in december 1944, dus tijdens de Hongerwinter, dit: “We leven en wachten en hebben gelukkig nog geen honger, nog niet.” Ik heb niks van de oorlog of de Hongerwinter gemerkt. Ze probeerden mijn leven zo normaal mogelijk te houden in een wereld waar de waanzin heerste. Daar ben ik ze dankbaar voor.’

Wat gebeurde er toen de oorlog was afgelopen?
‘Mijn ouders gingen in de oorlog van het ene naar het andere onderduikadres. Ze hebben het overleefd. Twee dagen na de oorlog stonden ze voor de deur. Een dag later namen ze me mee naar huis aan de Louis Bothastraat, wat nu de Albert Luthulistraat is in Oost. Ik was niet leuk voor ze. Ik wilde weg, ik schreeuwde en huilde. Mijn ouders waren vreemden voor me. Ze kregen nog een kind in juli 1946. Hij voelde voor hen als hun eerste echte kind. In 1954 kreeg ik nog een zusje. Ik kon na al die tijd bij mijn pleegmoeders mijn ouders niet als ouders zien. Ook had ik het leuker gehad bij mijn pleegmoeders, waar het huis vol boeken stond en mensen over de vloer kwamen die lesgaven aan de universiteit. Het was een rijke, liefdevolle omgeving. Mijn moeder was schuw en jaloers. Ze wilde niet dat ik contact met Mammie en Kokkie hield, maar zodra ik kon fietsen, fietste ik naar hun huis aan de Stadionkade. We hebben altijd contact gehouden.’

Berdi. Dagboeken over een onderduikstertje 1942-1945, de titel van het boek dat in 2015 in de Joodse Bibliotheek van Crescas werd opgenomen, vertelt over de eerste levensjaren van ‘Berdina Sere Hennekam’, die als onderduikbaby liefdevol in het vrouwengezin van ‘Mammi’ van Hinte en ‘Kokki’ (Cor) Hennekam werd opgenomen.

 

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892