‘Het was zo koud’


Oussama, Yassir en Abir vertellen het verhaal van Hiltje Bongers-Koopmans, 2 jaar toen de oorlog begon
Groen van Prinstererstraat 96/98/nlater BestevaerstraatAmsterdam Nieuw-West

Wij zijn Oussama, Yassir en Abir en wij hebben Hiltje (Hilly) Koopmans geïnterviewd. Haar man Jos en zwager Cor waren er ook bij. We schrokken toen we hoorden dat Hilly's gezin zo arm was dat ze stijfsel hebben gegeten in de oorlog. Ze heeft gebedeld om een boterham. Aan het eind zei Hiltje dat ze hoopte dat wij zoiets nooit zouden hoeven meemaken en zei Cor dat hij zo blij was dat wij naar hun verhalen wilden luisteren en het konden door vertellen, dan was alle ellende toch niet voor niets geweest.

 

Hoe vond u het om kind in de oorlog te zijn?
“Ik wist niet beter. De oorlog was er. Je groeide er mee op. In de beginjaren ging het nog wel. Als je iedereen honger ziet hebben en je hebt zelf honger weet je niet beter. En je weet ook niet dat het misschien over gaat. Mijn moeder was alleen komen te staan, met 3 kinderen. We waren heel arm. In het begin van de oorlog kreeg mijn moeder een half brood in de week. Maar op een gegeven moment hadden we niks meer.”

Het moet vreselijk zijn om niets meer te hebben.
“Dat is het ook. Soms liep ik naar de Haarlemmerweg, daar stond een molen daar vroeg ik dan: ‘Alstublieft mevrouw, hebt u voor mij een sneetje brood, want ik heb zo’n honger.’ Als ik een stukje brood kreeg was ik daar zo gelukkig mee. Soms was er schillensoep bij de gaarkeuken. Maar we hebben ook stijfsel gegeten. 
De winters waren vreselijk. Ik had geen winterschoenen en liep met houten kleppers. Het was zo koud. Elke avond gingen we heel vroeg naar bed want we hadden geen warmte. Tegen het eind van de oorlog kregen we een ander huis in de Bestevaerstraat. Het was een woning van NSB-ers die gevlucht waren. We waren God op onze blote knieën dankbaar dat we daar konden wonen.”

Heeft u verzetsmensen gekend?
“Ik niet maar mijn moeder wel. Zij heeft me veel over ze verteld. De verzetsstrijders hebben hun best gedaan om te zorgen dat het beter voor ons zou worden. Ze hielpen mensen zoals wij aan extra bonnen. Ik weet nog dat ik als kind hoorde over een verzetsstrijder die had gezegd dat hij hoopte dat ze hem zouden doodschieten in plaats van oppakken. Liever ging hij dood dan dat hij zijn vrienden zou verraden. Dat maakte zoveel indruk op mij.” 

Fotografie Greet van den Abeele

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892