‘Het was moeilijk om alles achter te laten in Marokko’
Rochane, RJ en Ricardo vertellen het verhaal van Zahra Boureddaya
Marokko
Rochane, RJ en Ricardo ontvangen Zahra Boureddaya op hun school, basisschool Strijp Dorp. Mevrouw Boureddaya is in 1953 in Taza, een stadje in Marokko, geboren. Op 44-jarige leeftijd kwam ze naar Nederland door haar huwelijk met een Marokkaanse man, die al in Nederland woonde.
Was Nederlands een moeilijke taal om te leren?
‘Ik vind de Nederlandse taal heel moeilijk. Ik heb wel spijt dat ik te weinig tijd heb besteed aan het leren van Nederlands toen ik pas in Nederland was. Ik had te weinig tijd want ik moest ook werken. Nu is het te laat. De taal is moeilijk, maar Nederland is wel een goed en een mooi land. Ik heb in Marokko leren lezen en schrijven. Ik heb alleen basisschool. Doen jullie goed je best op school? Goed opletten op school en je diploma halen, want je blijft niet altijd klein!’
Welk Marokkaans eten vindt u lekker en welk Nederlands gerecht?
‘Mijn lievelingseten is couscous en gebakken aardappelen. Ik maak het ook graag klaar: couscous, macaroni, spaghetti, pizza… Ik kan hier alles eten en koken wat ik in Marokko ook klaarmaakte, omdat ik ingrediënten kan kopen in de Turkse winkel of supermarkt. In Marokko was geen boerenkool, geen andijvie en ook geen friet of taco’s. Van het Nederlandse eten vind ik erwtensoep heel lekker, maar ook boerenkool.
Ik eet halal: kip, vlees, alles moet halal zijn. Ik doe ook mee aan de ramadan nu het nog kan. Als je heel oud wordt, hoeft dat niet meer. Het is een beetje moeilijk, maar wel fijn. Je mag dan dertig dagen niet eten en drinken, alleen als het donker is. Dan eet je bijvoorbeeld soep, koffie, thee, eieren en dadels. Ik heb nu een moestuin, waar ik van alles verbouw. Fruit en allerlei soorten groente, zoals aardappelen, paprika, sperziebonen, tuinbonen, radijs, prei, knoflook en uien. En al die groente en al dat fruit verwerk ik in mijn gerechten. Vanaf april kun je komen kijken in mijn moestuin.’
Hoe was het toen u naar Nederland kwam?
‘Mijn man was al eerder in Nederland gekomen met zijn ouders en toen hij een keer op vakantie was in Marokko, heb ik hem leren kennen. Toen we trouwden, ben ik ook naar Nederland gegaan. Het was moeilijk om alles achter te laten in Marokko en het meeste miste ik de kinderen van mijn oom. Zijn vrouw was overleden toen hun kinderen nog heel klein waren. Ik heb die kinderen verzorgd en opgevoed, dus je begrijpt dat het voor mij moeilijk was om hen achter te laten. Ik ga regelmatig terug naar mijn familie in Marokko, maar het blijft altijd moeilijk om na een vakantie afscheid te nemen van elkaar. Ja, heel moeilijk, ik huilen, zij huilen…
Maar ik zou niet meer willen wonen in Marokko. Ik heb een Nederlands paspoort. Mijn gezin is hier en ik heb het hier goed, er zijn bijvoorbeeld goede medische voorzieningen. Ik blijf hier tot de dood.’
Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.