‘Fijne sliertjes suikerbiet’


Salim en Denyz (12) vertellen het verhaal van Henny van ter Meij 12 jaar toen de oorlog begon
Tweede Atjehstraat 25Amsterdam-Oost

Wij hebben mevrouw Henny van ter Meij geïnterviewd over de oorlog. Ze heeft ons ook wat laten zien uit die tijd. Ze vertelde ons namelijk dat haar gezin toen niet alleen de radio moest inleveren, maar ook twee koperen bloempotten. Eén bloempot heeft de familie kunnen verstoppen. Zeventig jaar later kon mevrouw Van ter Meij die ene bloempot nog aan ons laten zien.

Hoe was het leven in uw buurt tijdens de oorlog?
“Ik woonde met mijn ouders en mijn jongere broertje in de Tweede Atjehstraat op de tweede verdieping. Je kon in onze buurt goed buitenspelen, we hadden altijd de vrijheid om op straat te komen. Ik herinner me dat we gingen knikkeren, hinkelen en touwtje springen. Vlakbij ons was het Muiderpoortstation. Ik heb meerdere malen vanuit mijn raam kunnen zien hoe Joodse mensen daar werden verzameld. Als iedereen er was, stapten ze in een trein. Het was moeilijk om te zien, maar ik bleef toch kijken. In ons gezin praatten we wel over deze gebeurtenissen, ook over de spullen die we moesten inleveren. Zoals de radio en de bloempotten. Maar buiten het huis moest je oppassen met wie je praatte. In onze straat was de kapper een NSB’er en de schoenmaker een Rijksduitser (een echte Duitser). Dus ik lette goed op tegen wie ik wat zei.”

Bent u wel eens met honger naar bed gegaan?
“We hadden niet genoeg eten, maar ik kan me niet herinneren dat ik met honger ging slapen. We aten vaak suikerbieten. Mijn grootouders hadden zo’n vleesmolentje en zo maakten we er fijne sliertjes van. Het was niet lekker. Ook moest ik wel eens tulpenbollen eten. We hadden het geluk dat we familie hadden buiten Amsterdam, zo kregen we af en toe ook wat groenten. De Hongerwinter was dus niet fijn, maar we hadden niet alleen honger. We hadden bijna niets meer: geen schoenen, geen kleding, geen licht, geen gas en geen stroom. Van mijn grootmoeder kreeg ik een jurk van de bedstee gordijnen en ik had schoenen die van papier gemaakt waren. We hadden dus van alles niets.”

Heeft u de Duitsers kunnen vergeven?
“Je kan niet altijd boos blijven. Hitler en de SS’ers waren vreselijke mensen, maar deze boosdoeners zijn er gelukkig niet meer. De Duitsers van nu zijn best aardige mensen. Ik vind het goed dat we nog jaarlijks herdenken, maar zelf ga ik nooit naar de herdenking op de Dam. Het gaat mij teveel kriebelen. Ik hoef dat niet meer.”

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892