‘Eigenlijk heb ik drie thuislanden’


Selia, Kemi, Dylan, Marque vertellen het verhaal van Elionoor Mohamed
SurinameAmsterdam-Zuidoost

Mevrouw Elionoor Mohamed woont in een gelijkvloerse aanleunwoning. Selia, Kemi, Dylan en Marques uit groep 7B van OBS Wereldwijs in Amsterdam-Zuidoost interviewen haar daar in een mooie ruimte van het woonzorgcomplex. Mevrouw Mohamed is 76 jaar, maar ze ziet er nog heel jong uit vinden de leerlingen.

Wat is uw afkomst?
‘Ik ben Surinaams-Hindoestaans. Mijn moeder is Surinamer en mijn vader is Hindoestaan. Hij kwam uit India uit de stad Agra. Daar is hij geboren. Hij vertelde ons dat hij er niet tegen kon dat de mannen daar hun vrouwen sloegen. Dat mocht daar gewoon en dat kon hij niet aan. Je werd ook uitgehuwelijkt in India bij je geboorte. Dat betekent dat je met iemand moest trouwen, die je ouders hadden uitgekozen. Of je dat nou wilde of niet. Maar mijn vader heeft dat nooit gewild en daarom is hij weggegaan. Naar Suriname. Hij heeft het niemand gezegd. Zijn ouders hebben hem onterfd. Hij heeft nooit meer contact met ze gehad, maar het kon hem niet schelen. Hij is nooit meer teruggegaan naar India.’

In welk land woonde u vroeger? En hoe was het leven daar?
‘Ik woonde in Suriname. Het leven was gezellig. Ik woonde er met mijn moeder, mijn vader, vijf broers en twee zussen. Ik ben de jongste en scheel dertien jaar met mijn oudste zus. Ik speelde vaak in het bos en klom in de bomen om vruchten te plukken. Ik werd door iedereen verwend. Ik hoefde nooit veel te doen in het huishouden. Ik hoefde nooit te koken, of iets in het huishouden te doen. Bij mijn moeder was er altijd lekkers, mijn moeder hield van bakken. Vooral koek. Er was geen dag dat dat er niet was. De buren kwamen ook vaak bij mijn moeder eten. Maar ik hield niet van eten hoor. Ik kan me niet voorstellen dat mensen zo van eten houden. Ik vond het altijd een straf als ik moest eten. Mijn ouders waren echt lief en zorgzaam. Nooit heb ik mijn ouders zien bekvechten. Echt nooit. Het verwonderde me dat ze dat altijd achter gesloten deuren deden. Op vrijdagavond ging mijn vader altijd kaarten met de jongens. Mijn moeder speelde dan Mens erger je niet met de meisjes. Dat was altijd leuk.’

Waarom bent u eigenlijk naar Aruba gegaan?
‘Toen Suriname onafhankelijk werd in 1975 ging het slechter in Suriname. Dingen begonnen duurder te worden. De banen werden minder. Voor ons niet persé hoor, want mijn man werkte bij Suralco, dat is een groot bedrijf dat aluminium maakte. Daar ging het altijd goed. Maar we verhuisden toch naar Aruba.’

En waar werkte u dan toen u in Suriname en Aruba was?
‘Toen ik op Aruba woonde, heb ik als verpleegster gewerkt. Op de kinderafdeling van het ziekenhuis. In Suriname heb ik gewerkt bij de Fiat autodealer. En ook bij het ministerie van Onderwijs. Ik heb altijd veel gewerkt. Mijn moeder lette op mijn kinderen, dus dan kon ik werken. Ik kon niet stilzitten. Ik vind het raar om stil te zitten en niets doen. Ik hield van kinderen. Er waren altijd kinderen bij mij over de vloer. Ze kwamen ook vaak logeren. Ik had één motto. Als je bij me komt logeren, moet je mee naar de kerk gaan. We moeten God danken dat we leven en dat we eten en drinken.’

Waarom bent u naar Nederland gegaan?
‘Ik kwam eerst altijd hier met vakantie, want mijn moeder woonde hier. Nadat mijn vader was overleden in Suriname, is ze naar Nederland verhuisd. Haar zusters woonden ook allemaal in Holland. Dus ik ging ieder jaar mijn moeder opzoeken. Ik vond het altijd jammer dat ze alleen achterbleef. Maar zij vond het niet erg. Ik heb zelf vijf kinderen. Drie jongens en twee meisjes en inmiddels ook twaalf kleinkinderen. Op een gegeven moment gingen mijn kinderen naar Holland om hier te studeren. En mijn kleinkind werd geboren en toen ben ik ook naar Nederland gekomen. Ik was toen 55 jaar. Waar mijn kinderen zijn, ben ik.’

Wat was leuk en minder leuk aan de reis daarnaartoe?
‘Ik ben een vrouw, die altijd geniet van de reis. Echt waar. Als ik van Nederland naar Suriname ga geniet ik, en ook als ik naar Aruba ga. Ik ga daar elk jaar naartoe. Maar als ik dan naar Nederland terugkom, ben ik even blij. Dus eigenlijk heb ik gewoon drie thuislanden; Suriname en Aruba en Nederland.’

 

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892