‘Een sneeuwwitte boterham vergeet ik nooit’


Maddox, Gwen, Rebecca, Liam vertellen het verhaal van Ria Janssen
Blauwdorp, Maastricht

Ria Janssen woonde in de oorlog in Blauwdorp, in Maastricht. Aan Maddox, Gwen, Rebecca en Liam vertelt ze over haar leven in deze buurt tijdens de oorlog. Bijvoorbeeld over het bombardement op Blauwdorp en hoe groot de schade aan hun huis was.

Zijn er weleens Duitsers in uw huis gekomen?
‘Nee, niet ín huis, wel aan de deur. Er werd gebeld en we durfden niet open te doen want we hadden een onderduiker in huis, een broer van mijn moeder. Hij moest zich snel verstoppen. Toen we de deur alsnog openden, werd er gevraagd naar mijn vader. Hij bleek een speciale bloedgroep te hebben en moest onmiddellijk mee naar het ziekenhuis. Het ziekenhuis was vlakbij ons huis in Blauwdorp, op de Tongersestraat, waar nu de universiteit is. Mijn vader moest in het ziekenhuis bloed afgeven. Ze kwamen dus niet de onderduiker bij ons halen, maar mijn vader, om bloed te prikken. Het bloed was voor een gewonde, misschien een Duitse soldaat die bloed nodig had. We waren doodsbang… ‘Als die maar terugkomt, als die maar terugkomt!’, dachten we. Maar de Duitse soldaten brachten hem gewoon terug. We waren blij toen hij weer thuiskwam.’

Hoe voelde het toen uw huis gebombardeerd was?
‘Het was het bombardement op Blauwdorp, in november 1941. Boven in het huis lag mijn broertje in de glasscherven… En de tussenwand van twee kamers stond helemaal bol, die moesten we eruit halen. Toen is mijn moeder met ons naar de Statensingel gegaan, daar woonde mijn oma. Omdat mijn moeder hoogzwanger was, hebben ze ervoor gezorgd dat in ons huis gelijk weer glas kwam. En de voordeur werd gemaakt, want die was er ook uitgevlogen. Na het bombardement hebben mijn ouders hun bed beneden gezet en wij sliepen in het keldertje. In dit huis is ook mijn zusje geboren. Mijn vader kwam me naar boven halen en zei: ‘Ga daar maar in de kamer kijken, in de keuken, er is een cadeautje’. En dan was het zusje.’

Had u speelgoed?
‘Ik had een pop gekregen met Sinterklaas. Het was een hele mooie babypop die nog met elastiekje in de doos lag. Maar toen ik later naar mijn pop zocht, was die weg, ingeruild voor eten. Mijn communiekleed werd ook naar de boeren gebracht; we hadden een groot gezin en zo konden we allemaal iets eten. Wat er niet was, werd wel gemaakt. We maakten bijvoorbeeld een winkeltje van een schoenendoos of met een plank in een doos en kleine meubels, zodat we toch een poppenhuis hadden. Het was ook niet dat je vriendinnen zomaar bij je kwamen spelen, dat kon allemaal niet. Op straat waren we blij als we een bal hadden om tegen de muur aan te gooien. Na de oorlog kreeg ik wel speelgoed, maar niet zoals het nu is.’

Wat vond u ervan toen u voor het eerst kauwgum en chocolade van de Amerikanen kreeg?
‘O, het was geweldig! We hadden de hele oorlog geen chocolade gezien en fruit was er ook niet. Echt wit brood… Sneewitbrood was dat, had ik nog nooit gezien. Ik ging in die tijd een keer met een van mijn zusjes naar mijn tante om haar een koffertje schone was te brengen, want ze had geen wasmachine. We liepen door het park, waar een kazerne met Amerikanen was. Een van de soldaten liep naar buiten, naar ons, met een sneeuwwitte boterham met eierkoek ertussen, ieder kreeg een stuk boterham. Dat was heerlijk en ook bijzonder. Bij ons thuis werd een gebakken ei altijd door vier gedeeld. En nu kregen we daar zo een dikke boterham… Een andere man kwam om op ons af en zei: ‘Die boterham was voor mij bedoeld! Ik verrek van de honger’. Snel hebben we toen de boterham opgegeten. Een sneeuwwitte boterham vergeet ik nooit.’

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892