‘’Een pakje sigaretten kostte wel 100 gulden’’


Mike (11), Aliaa (10) en Revelinio (10) vertellen het verhaal van Hannes Hoots, 11 jaar toen de oorlog begon
Campanulastraat 37Amsterdam-Noord

Als Mike, Aliaa en Revelinio tijdens het interview met Hannes Hoots dorst krijgen, vragen ze hem om een glas water. “Niks daarvan”, antwoordt hij, “jullie krijgen van mij een lekker glaasje fris”. Had hij speciaal voor de kinderen in huis gehaald. Na afloop van het gesprek zijn ze erg geschrokken dat een jongen die Hannes Hoots kende, tijdens de oorlog was doodgeschoten. “Dertien jaar? Dat is echt heel jong.”

 

Zag u Duitse soldaten op straat?
“Rond de Fokkerfabrieken in Noord was een weiland waar barakken stonden. In de barakken woonden Duitse soldaten, jongens van begin 20. Ze haatten de oorlog en wilden het liefst dat die voorbij was. Het waren dus echt geen SS’ers. Ik kwam er vaak om klusjes voor ze te doen, zoals de barakken opruimen, en dan kreeg ik van hen Duitse broden mee. ‘Kuchen’ noemden ze die. En als ze eten over hadden, kreeg ik een pan eten mee. Dat kwam goed uit want al het voedsel – zoals brood en boter – was schaars en kreeg je alleen op de bon.  Ik vond die Duitsers bij de Fokkerfabriek dus best leuk.”

Kende u iemand die naar een concentratiekamp moest?
“Mijn vader heeft een half jaar in kamp Vught gezeten. Hij was opgepakt omdat hij een Joodse vrouw had geholpen. Toen hij terugkwam uit Vught wilde hij er niets over vertellen. Ook later niet. Hij heeft alleen een keer gezegd dat hij in het kamp klappen kreeg van een zoon van onze buren uit de Campanulastraat. Die zat bij de SS en was toevallig ook kampbewaker in Vught. Mijn vader zei nog tegen die jongen: “Maar je kent me, je bent mijn buurjongen!” “Niks mee te maken”, antwoordde die, “je moet doorwerken”.

Wat deed u in de Hongerwinter?
“In het laatste jaar van de oorlog zijn we naar de stad verhuisd. In Noord vielen zo veel gevaarlijke fosforbommen dat mijn ouders het er niet meer veilig vonden. Op wat ik nu ga vertellen, ben ik niet trots… maar in de Hongerwinter heb ik samen met anderen een zwarte handel gehad. Van kennissen uit België kregen we sigaretten en lucifers toegestuurd die wij op de zwarte markt doorverkochten. Een pakje sigaretten kostte wel 100 gulden. Ook verkocht ik broden, die 100 gulden per stuk kostten. Hoe de mensen aan het geld kwamen om dat te kopen, wisten we niet. De zwarthandelaren stonden bij de Waag op de Nieuwmarkt, en daar stond ik ook met twee vrienden. Op een dag kwam de Sicherheitspolizei naar de Nieuwmarkt gereden, ze zagen een van mijn vrienden van de zwarte handel staan, en schoten hem zomaar dood. Dertien jaar was hij pas.”

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892