‘Een Duitse soldaat was erg goed voor ons’


Douae, Soukaina en Cuneyt vertellen het verhaal van Jaap van den Boogaard, 12 jaar toen de oorlog begon
NIEUWEMEERDIJK 242/UITWEG 63 (BOERDERIJ RUIMZICHT)Amsterdam Nieuw-West

Wij zijn Douae, Soukaina en Cuneyt en hebben Jaap van de Boogaard geïnterviewd. Wij vonden het heel bijzonder dat zelfs na alle bombardementen, de familie van meneer Van den Boogaard nog steeds vond dat niet alle Duitsers slecht waren. “Als mijn moeder voor het huis zat, kwamen soldaten altijd een praatje maken.”

U vertelde dat uw huis gebombardeerd werd, hoe was dat?
“Ik werd op 10 mei 1940 om 5 uur ’s ochtends wakker, en mijn vader riep: “Jongens, aankleden!” Schiphol werd gebombardeerd, en wij woonden daar niet ver vandaan. Het klonk eigenlijk net als onweer: eerst zie je een lichtflits, en dan hoor je de bommen knallen.
En toen kwam 3 november 1943, een prachtige dag. Totdat rond 3 uur het luchtalarm afging. Mijn vader, broer en ik stonden in het klompenhok naar buiten te kijken. Het afweergeschut van Schiphol stond nog geen kilometer van ons verwijderd, en als zo’n afgevuurde granaat tegen een vliegtuig ontplofte, was het vliegtuig meteen verloren. Er kwam een groepje vliegtuigen aan, en een daarvan kreeg een voltreffer en spatte uit elkaar. De andere vliegtuigen kwamen nog op ons af. Mijn vader zei “Jongens, naar binnen!”, en op dat ogenblik lieten de vliegtuigen de bommen vallen.”

Is er toen iemand gewond geraakt?
“Mijn invalide moeder was over mijn zusje heen gaan liggen om haar te beschermen. Het was heel raar: mijn moeder had niets, maar mijn zusje was zwaargewond. Ik moest van mijn vader naar de dokter in Sloten fietsen. Die was al bang geweest dat er bij ons iets zou gebeuren, en toen hij mijn rode hoofd zag dacht hij dat ik ook gewond was. Maar omdat ik bij het aanrecht had geschuild, was de pot met jam over me heen gevallen. Mijn zusje werd naar het Wilhelmina Gasthuis gebracht en is van de verwondingen genezen, maar de scherf heeft nog haar hele leven in haar hoofd gezeten. Ze is 65 jaar geworden.”

Woonden er ook Duitsers in de buurt?
“In de huizen naast ons woonden veel Duitse soldaten. Mijn broer zat in Duitsland, en mijn moeder vond dat vreselijk. Bovendien was mijn vader ziek en was mijn broer eigenlijk hard nodig op de boerderij. Op een dag zat ze verdrietig voor ons huis en kwam een van die soldaten vragen wat er aan de hand was. Hij zei vervolgens: “Ik ga een brief schrijven, uw zoon komt terug”. En mijn broer kwàm terug!
Die Duitse soldaat was piloot, en toen hij voorgoed ging zei hij dat hij over ons huis zou wegvliegen. En inderdaad, toen we buiten stonden te kijken, vloog hij heel laag over. We waren ontroerd bij deze laatste groet; deze jongen was heel goed voor ons geweest.” 

Meneer Van den Boogaard
Tijdens het interview

 

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892