‘Van de een op andere dag ben je een bezienswaardigheid’


Jelaney, Jalil, Yusra en Rania vertellen het verhaal van Ab Alexandre
Nederlands-IndiëAmsterdam-Zuidoost

Ab Alexandre haalt een heel bijzonder tinnen keteltje tevoorschijn in de knusse kamer op OBS Wereldwijs. Zijn vader kreeg dit in het jappenkamp om zijn eten in te bewaren. In elk kamp waar hij kwam, graveerde Abs vader de naam van het kamp en de datum. Het hele keteltje staat volgeschreven, in zoveel kampen is hij geweest. Ook laat meneer Alexandre aan Jelaney, Jalil, Yusra en Rania een paar door hem gemaakte tekeningen zien over de tijd in het kamp.

Wat weet u van uw voorouders?
‘Mijn opa heette van zijn achternaam Alexandre en kwam uit België. Hij wilde het leger in en wist dat ze in Indië soldaten nodig hadden. Mijn oma was een Indonesische vrouw uit Java. Zij werd uitgehuwelijkt aan een rijke man, maar dat wilde ze helemaal niet. Hij was veel ouder dan zij. Alle dure ringen en armbanden die hij voor haar kocht, verkocht zij weer om een koets van te kopen. Daarmee reed ze naar het kamp van het leger; daar ging ze in de kantine werken. Zo heeft ze haar toekomstige man, mijn opa, ontmoet.’

Hoe was het om in een kamp geboren te worden?
‘Vlak na mijn geboorte moesten we verkassen naar een ander kamp. Mijn moeder werd met haar zeven kinderen in een vrachtwagen gestopt. Voor de commandanten in de kampen moest je altijd heel diep buigen. Als je dat niet deed, kreeg je klappen. Mijn moeder boog in het begin nooit, want ze was een hele trotse vrouw. Mijn vader zat ondertussen telkens in verschillende kampen. Dan moest hij marcheren van kamp naar kamp. Op een dag moest hij met de andere gevangen van Java op de boot naar Singapore. Ze werden opgestapeld in die boot en konden nauwelijks ademen. Veel mensen overleden tijdens die tochten. Daarna ging hij door naar Thailand, waar hij moest werken aan een spoorlijn. Er was nauwelijks te eten. Soms at hij wel eens rat. Dat deed je om te overleven. Een paar maanden na de bevrijding stond er opeens een vreemde soldaat in ons huis. Ik vond het eng. Wat kwam die man doen? Later bleek dat mijn vader te zijn.’

Konden de Nederlanders na de oorlog doorgaan met het koloniale beleid?
‘De Indonesische bevolking zag dat de Nederlanders eindelijk verslagen waren door de Japanners. Na de bevrijding wilden de Indonesiërs hetzelfde doen. Er was een groep die van bamboe scherpe wapens maakte om de Nederlanders te vermoorden. Wij moesten in eerste instantie in de kampen blijven voor onze eigen veiligheid en de Japanners beschermden ons. Dat was heel raar. Ineens waren de Japanners onze grootste vrienden. Toen we weer naar huis gingen, hoorden we geregeld schoten. Dan moest ik snel onder mijn bed kruipen, mocht ik geen geluid maken en moest ik wachten tot het afgelopen was. Aan de overkant zijn eens vier mannen uit huis gesleurd, waarna hun hoofden werden afgehakt. Het was heel erg eng. Mijn zus heeft dat zien gebeuren. Ze wil ook nooit meer naar Indonesië toe. Ze heeft er een trauma aan overgehouden.’

Hoe kwam u in Nederland terecht?
‘De Indonesiërs wilden de Nederlanders weg hebben. We gingen naar ons ‘vaderland’, maar wij waren er nog nooit geweest. We waren een maand onderweg met de boot. We sliepen in stapelbedden van drie bedden hoog. Ik vond de reis niet erg, want voor de kinderen werden allemaal spelletjes georganiseerd. We hadden één koffer mee voor ons tienen. Eenmaal aangekomen in Rotterdam werd onze koffer gedragen door een Nederlander. Mijn moeder vond dat zo raar, een witte man die een koffer droeg voor een bruine vrouw. In Indonesië waren het de Indonesiërs die het vuile werk moesten doen. ’s Nachts kwamen we aan in het ‘Oranjehotel’. Dat klinkt chiquer dan het was. Toen we ’s morgens wakker werden, gingen we naar buiten en stonden er allerlei mensen naar ons te kijken. Ze hadden nog nooit bruine mensen gezien. Dat vonden ze raar. Van de ene dag op de andere dag ben je een bezienswaardigheid. We moesten de hele reis terugbetalen. Mijn vaders diploma’s uit Indië werden hier niet erkend. Hij moest in een munitiefabriek werken en kogels sorteren. Op een dag ontplofte een kogel en raakte mijn vader dodelijk gewond. Hij heeft de Japanse kogels overleefd, hij heeft de Amerikaanse bommen overleefd, maar hier heeft hij niet de Nederlandse kogels overleefd. En dat allemaal om die reis terug te betalen.’

 

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892