‘De ‘moffenfamilie’ in de straat’


Yasminde, Hind en Yasmine vertellen het verhaal van Maria Bauer (niet de echte naam), 7 jaar toen de oorlog begon
DiamantstraatDe Pijp

Ik ben Yasmine, 10 jaar. Met Hind en nog een Yasmine interviewde ik mevrouw Bauer in haar huis in de Diamantstraat. Daar woonde ze ook in de oorlog al met haar ouders en acht broertjes en zusjes. Ze liet ons een geheime schuilplaats zien in haar keuken. Op de grond, onder het zeil, was een luik dat je niet kon zien. Haar broers konden zich daar verstoppen voor de Duitsers. Ze wilden niet opgepakt worden, want alle jongens moesten in de oorlog verplicht in Duitse fabrieken werken en dat wilden ze niet.

Waar komt u vandaan?
“In 1939 zijn wij gevlucht uit Duitsland. Mijn moeder was Duitse en mijn vader Nederlander. Mijn ouders waren tegen Hitler en vluchtten daarom naar Nederland. We gingen bij familie wonen in Castricum. Maar daar werden alle mensen geëvacueerd door de Duitsers, omdat ze het gebied aan zee wilden gebruiken als verdedigingslinie. We moesten verhuizen en kregen een huis toegewezen in Amsterdam, in de Diamantstraat. In ons huis hadden Joodse mensen gewoond. Die waren gedeporteerd. Toen kwamen wij in dat lege huis, met die nare geschiedenis…”

Hoe was uw leven in de buurt, tijdens de oorlog?
“We werden lelijk aangekeken door de mensen uit de buurt. Wij waren de ‘stinkmoffen’ in het huis van de Joodse mensen. Maar wij konden daar niets aan doen, wij hadden het huis toegewezen gekregen, en waren juist gevlucht voor Hitler. Alle oorlogsjaren zijn we buitengesloten. Niemand ging met ons om. We werden genegeerd op straat en als er een rij was voor brood bij de bakker in de Van Woustraat, dan was dat brood opeens op als wij aan de beurt waren. Gingen we om de hoek staan kijken, dan zagen we dat de verkoop na ons gewoon weer doorging. Wij kwamen uit Duitsland om de boel hier op te vreten, zeiden de mensen.”

Wat weet u nog van de Hongerwinter?
“Ik heb meegemaakt, dat bij mij in de klas een meisje niet kwam opdagen: Ciska. Die was maanden lang heel erg mager. Zij is overleden van de honger. Bomen hebben we gesloopt. Er stond een heel grote boom op het Smaragdplein. Als kind kon je daar amper omheen. De hele buurt heeft daarvan gepikt. Mijn vader is een keer bijna opgepakt toen hij bezig was met een boom. Hij kon vluchten. Maar een tweede keer lukte het hem niet om te vluchten. In de winter van 1945 is hij als straf naar Duitsland gestuurd, waar hij als dwangarbeider werd gebruikt. Broodmager kwam hij na de bevrijding terug. Hij woog nog geen 50 kilo. Voor veel mensen in de buurt bleven wij ook na de oorlog ‘de moffenfamilie’. Zelfs nu word ik nog wel op die manier aangesproken door oude buren. Wanneer houdt het een keer op?”

 

 

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892