‘De arts heeft mijn vader gelukkig niet verraden’
Soufian, Anouk, Isis, Lilya vertellen het verhaal van Wil Jansen
AmsterdamAmsterdam-West
Soufian, Anouk, Isis en Lilya van de Visserschool in Amsterdam West interviewen mevrouw Wil Jansen op hun school. Mevrouw Jansen komt uit een gezien met elf kinderen. Haar vader was politieman. Tijdens de oorlog woonde zij op de bloemgracht in de Jordaan.
Hadden jullie genoeg te eten tijdens de oorlog?
‘De politie en de hoofdcommissaris van Amsterdam waren allemaal zo fout als wat tijdens de oorlog. Het waren allemaal NSB’ers, anders mocht je namelijk niet bij de politie werken. Op een dag werd bedacht dat alle politieagenten naar Schagen moesten. Daar zouden ze een cursus krijgen om te leren hoe je zo snel mogelijk en zo veel mogelijk joodse mensen op kon sporen, zodat ze vervolgens naar kampen gebracht konden worden. Mijn vader weigerde om deze cursus te volgen. Hij heeft zich ziekgemeld. Dat was een groot risico. Voor hetzelfde geld had hij een kogel door z’n kop gekregen. Er kwam een arts aan huis om te controleren of mijn vader wel echt ziek was. Gelukkig was die arts een goed mens. Hij begreep onmiddellijk dat hij niet ziek was, maar gewoon niet naar die cursus wilde. Hij heeft hem niet verraden. Mijn vader is daarna te werk gesteld in de keuken van de politie. Daar kon hij dan een paar dagen in de week een extra bakje eten mee naar huis nemen. Wij hebben om die reden niet echt hongergeleden. We gingen nooit met een lege maag naar bed en dat was niet vanzelfsprekend.’
Waren jullie ondergedoken?
‘Ik heb nooit ondergedoken gezeten. Mijn broer wel. In de polder had mijn vader allerlei adressen van betrouwbare boeren, die een onderduikplek hadden. Mijn oudste broer zat in het verzet en werd naar een kamp gestuurd. Daar heeft hij kunnen ontsnappen en vervolgens heeft hij nog een aantal jaar ondergedoken gezeten. Uiteindelijk hebben we gelukkig niemand verloren in de oorlog.’
Heeft u ooit eens een NSB’er ontmoet?
‘Mijn buurman was een NSB’er. Hij woonde aan de overkant. Er waren heel veel mensen lid van de NSB in de Jordaan. Mijn buurman hing net voor de bevrijding de rood wit blauwe vlag op. Andere buurtbewoners rukten deze vlag meteen van zijn huis. ‘Ben je helemaal gek geworden’, riepen de buurtbewoners naar mijn buurman. ‘Je bent NSB’er en denkt nu opeens de rood wit blauwe vlag uit te kunnen hangen!’ Mijn buurman is later opgepakt. Wat er verder met hem gebeurd is weten we niet.’
Was u bang voor het luchtalarm?
‘Ik vond het luchtalarm machtig interessant. We mochten natuurlijk niet naar buiten tijdens een bombardement. We moesten dan boven blijven, maar ik probeerde toch altijd even naar beneden te gaan en te spieken wat er allemaal gebeurde. Binnen de kortste keren werd ik dan weer teruggeroepen. Ik vond dat zo spannend. Als klein kind zag ik de ernst er nog niet van in. Ik vond de oorlog het ergste voor mijn ouders. Zij hadden de zorg over mijn broers en moesten aan genoeg eten komen.’
Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.