‘Andere mensen moeten ook eten’


Lara, Amira, Gisella, Melina vertellen het verhaal van Maarten van Rhee
Vettenoordsepolder

Maarten van Rhee woonde met zijn ouders en vier broers en zussen in de Vettenoordsepolder. Aan Lara, Amira, Gisella en Melina van de Singelschool in Schiedam legt hij uit dat in december 1944 veel in zijn leven veranderde. ‘Met ons gezin moesten we onderduiken. Mijn vader werkte voor de Duitsers en dat wilde hij niet meer. We gingen naar Hardenberg in Overijssel. Daar zaten erg veel onderduikers.’

Wist u als kind een beetje wat er gebeurde in de oorlog?
‘Als ik eerlijk moet zijn, vond ik het best wel spannend. Je zag heel andere dingen dan normaal. Voor de ouders was het heel erg, vooral omdat ze dingen moesten doen voor de Duitsers die ze niet wilden. Mijn ouders hadden ook meer last van honger dan wij want ze spaarden liever het eten uit hun eigen mond om ons in ieder geval eten te kunnen geven. Eerst was er voor ons nog wel wat, maar op een gegeven moment was dat er ook niet meer.’

Hoe ging u onderduiken?
‘Moeder had van dekens wanten genaaid. Die hadden we wel nodig want we moesten naar Hardenberg lopen, dat is nu over de autoweg 220 kilometer. We sliepen in Gouda bij een boer in het hooi, de tweede nacht in Utrecht in een klooster en op een politiebureau, want we waren met zijn achten, we hadden het een beetje gesplitst. Zo zijn we verder gegaan. In Hardenberg konden we bij een gezin terecht. Via de kerk waren we aan hun adres gekomen. Ook na de oorlog hebben we contact met ze gehouden.’

Welk geloof had u?
‘Wij waren protestant. Daar heb ik nog een bijzonder verhaal over te vertellen. De oma van mijn vrouw was kosteres in het Westland, in De Lier. Tijdens een dienst in de oorlog was zij op de orgelzolder. Daar zag ze dat de Duitsers de kerk hadden omsingeld om alle mannen aan te kunnen houden. Die zouden in Duitsland moeten gaan werken. Oma gooide een brief naar beneden, met het bericht dat de Duitsers buiten stonden. Daarop hebben de mannen zich verkleed als vrouwen, met hoedjes, die hadden we toen veel in de kerk, en sjaaltjes. Zij zijn achter, via de consistoriekamer, de kerk uit gegaan, een voor een. Zo zijn die mannen ontsnapt.’

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892