‘Wij waren niet voorbereid voor de winter, omdat we nog in zomerkleding liepen’


Jouke, Mark en David vertellen het verhaal van George Whortington
Amsterdam-Noord

George Whortington (1953) wordt geïnterviewd door Jouke, Mark en David van het Metropolis Lyceum in Amsterdam-Noord. Samen hebben ze zijn verhaal over de geschiedenis in het voormalige Indië vastgelegd.

Kunt u iets over uw achtergrond vertellen?
‘Ik ben geboren in Bandung in1953, dat ligt in midden-Java. Ik heb een oudere zus, een oudere broer en een jongere broer. Ik heb weinig herinneringen aan Indonesië, omdat ik uit Indonesië vluchtte met mijn familie toen ik 2,5 jaar oud was. Ik heb onderzoek gedaan door fotoboeken te bekijken en vragen te stellen aan mijn oudere broer om te weten wat er in mijn koloniale geschiedenis gebeurde. Mijn vader was een militair, hij zat in het koninklijks Nederlands-Indisch leger. Mijn moeder was een coupeuse, ze maakte kleding. Mijn moeder was een ‘buitenkamper’ tijdens de Tweede Wereldoorlog, zij moest uniforms maken voor de Japanse soldaten. Mijn vader vocht tegen de Japanners; hij was krijgsgevangene en werkte vier jaar aan de de Birma-spoorlijn. Veel mensen stierven daar, maar mijn vader bleef sterk en overleefde de oorlog. Na de oorlog ontstond er een revolutie, de Indonesische onafhankelijkheidsoorlog.  Veel jongeren gingen de  straat op met zelfgemaakte wapens,  scherpe bamboestokken om mensen te spiesen. We gingen vaak onder bedden schuilen, omdat er kogels door de ramen vlogen. Na de revolutie met een Indonesische overwinning hadden wij een keuze om in Indonesië te blijven of terug naar Nederland gaan. Wij besloten om met de boot een overtocht te nemen naar Nederland.’

Hoe was die reis naar Nederland?
‘Met mijn familie vertrokken we uit Indonesië met de boot. De tickets voor de tocht waren heel duur. Wij moesten voor zes tickets betalen en dat kostte 15.000 gulden, dat is ongeveer 6800 euro. Omdat het zo duur was moesten wij spullen verkopen om genoeg geld te hebben. Het was heel druk op het schip, wij sliepen in hutten, maar het was redelijk comfortabel. De reis duurde drie maanden, bij de Middellandse Zee was het heel heftig omdat er veel storm viel. Wij kwamen aan in onze bestemming, Rotterdam. Het was heel koud, heel anders dan Indonesië. Wij waren niet voorbereid voor de winter omdat we nog in zomerkleding liepen. Wij werden naar een heel groot pension in Dordrecht  gebracht, met een ander familie. Het was een heel groot pension en de mensen daar waren heel lief. Wij hoefden niet te betalen omdat de regering de pensionhouders betaalde.’

Hoe was het voor u na aankomst in Nederland?
‘Na een tijd kregen wij een keuze waar we zouden wonen. Zuid-Holland of Limburg. Wij kozen een woning in Zuid-Holland, Papendrecht. Wij waren de eerste donkere mensen daar, wij werden raar aangekeken en ze gaven ons namen; zoals ‘poepchinees’. Er werden ook rare vragen gesteld, bijvoorbeeld of wij in bomen woonden. Ik zat eerst op een katholieke school, daar kreeg ik van veel dingen de schuld, omdat ik donker was. Er werd een keer een houten bordenwisser op mijn hoofd gegooid door de leerkracht, waarna mijn vader  ontzettend boos werd en besloot dat het beter was als ik naar een openbare school zou gaan. Bij de openbare school had ik het al meer naar mijn zin en was het in het algemeen veel beter. Zo deed ik aan veel toneelstukken mee en voelde me daar mezelf.’

Doet u nog iets met uw Indische verleden?
‘Tegenwoordig ga ik één keer in de maand naar een Indische bijeenkomst bij een verpleeghuis. Daar ontmoet ik andere mensen die hetzelfde als mijn familie hebben meegemaakt. Ik leer heel veel over hun geschiedenis in de koloniale tijd en daar ben ik heel geïnteresseerd in. Ik ben heel dankbaar dat ik onderzoek gedaan heb en veel vragen beantwoord zijn.’

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892