‘Zijn ouders hebben Theo aan zijn schoenen herkend’


Lievia, Willem, Kiedes en Pleun vertellen het verhaal van Elly de Nijs
Amsterdam-Noord

Elly de Nijs zit al op ons te wachten als Lievia, Willem, Kiedes en Pleun van de Twiskeschool het prachtig verbouwde BUNK hotel binnenkomen. Ze hebben zin in het interview. Het is geen toeval dat we mevrouw de Nijs hier treffen. Oorspronkelijk is dit mooie hotel, waar het voormalige gebruiksdoel nog goed zichtbaar is, de Rooms Katholieke Sint Rita kerk. De kerk raakte tijdens het Bombardement van Noord, in 1943 fors beschadigd. Mevrouw de Nijs vertelt het verhaal van haar oom Theo  de Nijs. (1922). Hij was ten tijde van dit bombardement in de kerk. Hij en tien anderen hebben het bombardement niet overleefd.

 Waren de ouders van Theo streng en welk geloof had hij?
‘Mijn opa en oma, waren katholiek. In die tijd woonden alle mensen in dezelfde buurt, waar de bakker, de winkels en de school katholiek waren. Je zat toen, in de jaren ‘20, al in je eigen bubbel. Het was een groot gezin. Er waren tien kinderen. Mijn vader is in 1922 geboren en Theo die nummer zes was, is geboren in 1929. Hij was dus net zo oud als jullie nu zijn, toen de oorlog begon. Zijn vader was echt heel erg streng! Ze woonden hier vlakbij in de Residastraat. Met zijn 12-en op één kleine bovenwoning!’

Hoe kwam hij erachter dat de oorlog uitbrak?
‘Dat weet ik niet precies. De Duitsers vielen begin mei Nederland binnen en de echte gevechten hebben maar een paar dagen geduurd. Nederland heeft zich vrij snel overgegeven. Er waren toen veel Duitse soldaten in de stad. Er werd in het gezin ook veel over gesproken, want het was een angstige tijd die toen aanbrak. Theo zat op een katholieke jongensschool, dus hij heeft dit vast ook op school besproken. De gemeente Amsterdam hield toen al goed bij waar iedereen woonde en wat iemand voor geloof had. Toen de oorlog begon en de Duitsers binnenvielen, wisten ook de Duitsers dus waar iedereen woonde. Dat was dus 1-0 voor de Duitsers; een groot nadeel voor ons volk.’

Moest uw oom onderduiken?
‘Nee, Theo heeft niet moeten onderduiken, hij was te jong. Zijn broers wel. Theo en zijn familie waren natuurlijk niet Joods, maar Nederlandse jonge mannen werden wel opgeroepen voor de Arbeitseinsatz’,’ omdat de Duitsers zelf onvoldoende mankracht hadden om de Duitse fabrieken draaiende te houden. Dus mijn vader is wel ondergedoken in Friesland, in Dokkum bij een boer. Hij werkte gewoon op de boerderij en moest, áls er controle kwam, zichzelf verbergen.’

Kunt u meer vertellen over de bombardementen in Amsterdam Noord?
‘Het doel van het ‘bombardement van Noord’, waarbij door zogenaamd ‘friendly fire’ eenentwintig bommen werden gedropt boven Amsterdam Noord, was de Fokkerfabriek. De Duitsers kregen een tekort aan materialen en hebben de vliegtuigenfabriek op een gegeven moment ‘gevorderd’. Dit betekent dat ze de fabriek hebben overgenomen en zijn gaan gebruiken voor het versterken van hun eigen positie. De Amerikanen en de Engelsen  besloten dat de Fokkerfabriek platgelegd moest worden. De Duitsers hadden alles  gecamoufleerd met grote doeken, zodat het net leek alsof het woonhuizen waren. De jonge, onervaren soldaten hadden geen radar, maar konden ook niet te laag vliegen. Kortom navigeren en bepalen waar je de bom moet laten vallen was zeer lastig, mede door het slechte weer.  Er ontstond verwarring tussen de piloten onderling. Twintig vliegtuigen keerden om, de andere eenentwintig hebben hun bommen laten vallen. Ze zijn overal neergekomen, op de van der Pekstraat, bij de Johan van Hasseltkade en dus ook op de Sint Rita kerk, maar niet op de Fokkerfabriek. Dit gebeurde niet met opzet, het was een zogenaamd ‘vergis bombardement’.
Theo was op de dag van het bombardement als misdienaar aan het werk in de Sint Rita kerk ter ere van het 25-jarig bestaan van de kerk. De kindermis was bezig en er waren wel zevenhonderd kinderen aanwezig. Toen het luchtalarm afging, wilde hij met zijn vriendje naar buiten vluchten. De pastoor dacht echter dat het binnen veiliger was. Ze moesten midden in de kerk gaan staan, exact op de plek waar een bom viel en waar Theo met zijn vriendje stond. Zijn ouders hebben hem aan zijn schoenen moeten identificeren.’

Welke invloed heeft de oorlog op jouw leven gehad?
‘Dat ik in verschillende fases van mijn leven me heel erg verdiept heb in de oorlog. Ik heb er vroeger heel veel over gelezen en op school werd er veel over gesproken. Daarna ging mijn leven zijn gang maar de afgelopen jaren heb ik me er weer fors in verdiept. Ik ben naar kamp Westerbork geweest en naar het Holocaust Museum wat echt een sterke indruk heeft gemaakt op me.

Wij moeten ervoor vechten dat het niet nogmaals gebeurt. Je kunt in je eigen kleine kring open, vrij en progressief bewegen zodat we niet terug hoeven naar het begin van de jaren ‘50.’

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892