‘Ze werd het huis uitgeschopt door de Duitsers’


Kinderen van de Twiskeschool vertellen het verhaal van Anneke Koehof over haar tante Roos
Hollandia KattenburgAmsterdam-Noord

Anneke Koehof vertelt aan de kinderen van de Twiskeschool over haar eigen oorlogsherinneringen en ook het aangrijpende verhaal van haar tante Roos. Die werkte bij Hollandia Kattenburg, een textielfabriek in Amsterdam-Noord. Op 11 november 1942 werden bij een inval 367 Joodse medewerkers en tegelijkertijd ook hun familieleden (in totaal 826 mensen) weggevoerd naar concentratiekampen. De tante van Anneke Koehof was tijdens de inval aan het werk en zag zo hoe de Joodse medewerkers werden meegenomen.

Hoe oud was uw tante toen de oorlog begon?
‘Tante Roos was 20 jaar toen de oorlog begon en 25 toen de oorlog eindigde. Ze had veel Joodse vrienden en vriendinnen. Daardoor dachten de meeste mensen dat zij ook Joods was. Ze kreeg uiteindelijk ook een Joods vriendje, dat de bijzondere naam Meier Papegaai had. Ze hielden veel van elkaar, maar het liep niet goed af. Meiers broer, die als kelner werkte in de Hollandsche Schouwburg, was op een dag zijn witte kelnerjasje vergeten en Meier holde achter hem aan om zijn witte jasje te brengen. Hij vergat daarbij zijn eigen overjas met Jodenster en werd meteen opgepakt door de Duitsers. Ze brachten hem naar de gevangenis van Amstelveen, van daaruit naar Amersfoort en uiteindelijk is hij niet meer teruggekomen.’

Wat is er gebeurd bij de textielfabriek Hollandia Kattenburg?
‘Mijn tante werkte vanaf haar 17e bij Hollandia Kattenburg, een Joods bedrijf waar de Joodse werknemers zich veilig voelden. Ze hadden een soort overeenkomst met de Duitsers dat ze tijdens de oorlog mochten blijven werken omdat ze in de fabriek Duitse uniformen maakten. Tante Roos zat op de gummi-afdeling, waar ze waterdichte jassen naaiden. Op 11 november 1942 vielen de Duitsers de fabriek binnen en werden de Joodse werknemers van de anderen gescheiden. Ze werden afgevoerd in vrachtwagens naar concentratiekampen. Tante Roos is daarna snel naar de Transvaalbuurt gegaan want daar woonden de meeste Joodse collega’s. Ze wilde hun familieleden waarschuwen. Maar toen ze aankwam, was het al te laat en werd ze uit een huis geschopt door de Duitsers.’

Hoe was de oorlog voor uw ouders en uzelf?
‘Mijn vader wilde niet werken voor de Duitsers en ging onderduiken bij vrienden. Toen hij ons graag wilde zien, ging hij stiekem naar ons huis toe. Een van de buren, waarschijnlijk een NSB’er, betrapte hem. Hij werd opgepakt en met een bus naar een kamp gebracht, maar onderweg konden hij en een vriend via de achterdeuren van de bus naar buiten springen. Ze gleden een sloot in naast de weg. Toevallig was dat bij een controlepost, dus elke keer als er een wachter langskwam, moesten ze lang onderwater en hun adem inhouden tot hij weer voorbij was. Uiteindelijk lukte het ze om thuis te komen. Toen moest hij opnieuw onderduiken tot de bevrijding kwam. Mijn moeder, die in verwachting was van mij, kreeg als straf voor de ontsnapping van mijn vader geen voedselbonnen meer. In 1943 is ze overleden. Mijn broertje kwam bij oma terecht. Ik had heel veel geluk want de melkboer, die vlakbij woonde, wilde wel voor me zorgen. Tot mijn derde heb ik bij dat gezin gewoond. Daarna hertrouwde mijn vader.’

OLYMPUS DIGITAL CAMERA
OLYMPUS DIGITAL CAMERA
OLYMPUS DIGITAL CAMERA

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892