‘Ze stormden naar boven en schoten de drie dood’


Onka, Evy, Hannah en Bodhi vertellen het verhaal van Yvonne Nijhuis en Ruud Schildmeijer
Bloemgracht 82Amsterdam-Centrum

Bodhy, Eva, Hannah en Onka lopen vanaf school, de ASVO in het centrum van Amsterdam, langs de gevelsteen met daarop de namen van de drie verzetsstrijders die in het pand op de Bloemgracht 82 zijn doodgeschoten. De huidige bewoners, Yvonne Nijhuis en Ruud Schildmeijer, leggen uit dat het huis vroeger heel veel kamertjes had, voor alle onderduikers. Ze hebben het huis geërfd van hun familie en hebben het verbouwd. De zolder hebben ze min of meer intact gelaten en ingericht als een minimuseum. Ter nagedachtenis aan allen die in dit huis verborgen hebben gezeten.

Wat is het hier mooi en groot! Woonden de verzetsstrijders hier?
Yvonne: ‘Vroeger was het hier heel anders. Er waren heel veel kleine kamertjes. In de oorlog woonde mevrouw Ten Have hier met haar kinderen. Haar man was gedwongen in Duitsland te werken en ze stond er helemaal alleen voor. Al die kamertjes verhuurde ze aan Joodse onderduikers, om zo een beetje inkomsten te krijgen. Op een dag kreeg ze een bericht van Durk Wolters, een communist en lid van de CPN. Hij was een belangrijke man, een commandant van het verzet. Hij was uit de gevangenis ontsnapt en zocht een schuilplaats.’
Ruud: ‘Wolters was gemeenteraadslid in Groningen, werd opgepakt en hangend onder een trein van Groningen naar Amsterdam is hij gevlucht.’
Yvonne: ‘Hij kwam hier terecht. Gevaarlijk, omdat al die Joodse onderduikers hier ook zaten. Durk kwam met zijn kompanen, ook verzetsmensen, en ze maakten een wapendepot in de grote kast in de gang hier. Hij was een charmante man en dacht: ‘wat een leuk kippetje is die mevrouw Ten Have’. Ze werden verliefd en zo kwam het dat zij ook bij het verzet ging. Ze bracht krantjes rond, onder in de kinderwagen. Haar jongste was een echte huilebalk, en de Duitsers hadden geen zin in krijsende baby’s, dus kon ze gewoon haar gang gaan.’
Ruud: ‘De twee andere mannen die ook hier zaten, Ko Stevense en Jan Keune, zouden het wapendepot van de SD in de De Clercqstraat overvallen. Ze maakten de wapens onklaar en Keune ging posten. Hij wist toen precies wanneer de bewaker er wel en niet was. Ze zouden hem voor spertijd, de tijd dat je binnen moest zijn, overmeesteren.’
Yvonne: ‘Ze hebben de bewaker vastgebonden en opgesloten in de kast. Toen ze weggingen was het spertijd en moesten ze de hele nacht wachten. ’s Ochtends vroeg kwamen ze weer bij de Bloemgracht om Durk verslag uit te brengen. Ze wisten niet dat de straat inmiddels werd afgezet, met prikkeldraad aan beide kanten, en dat een grote zwarte auto kwam voorrijden. Drie mannen bonsden op de deur, mevrouw Ten Have schrok zich een ongeluk. De drie, in uniform, stormden naar boven, gooiden de deur open en schoten Durk, Jan en Ko dood. Het was nog maar tien dagen voor de bevrijding. Daarna gingen ze meteen weg, zonder dat ze het wapendepot hebben ontdekt. De drie doodgeschoten mannen werden door een begrafenisondernemer meegenomen en bij Bloemendaal in een kuil gegooid. Na de oorlog hebben die Duitsers de doodstraf gekregen.’
Ruud: ‘De drie officieren waren twee Duitsers en een Hollander, Maarten Kuiper. Hij had ook Hannie Schaft doodgeschoten. Ook bij het verraden van Anne Frank en haar familie was hij erbij. Dat was een echte slechterik. Hij is kort na de oorlog opgehangen.’
Yvonne: ‘De drie verzetsmensen zijn waarschijnlijk verraden door de buurman op de eerste etage. Die was opgepakt omdat hij delen van de houten vloer uit de leegstaande tassenwinkel beneden had gestolen. Hij was heel snel weer vrij. We denken dat hij de politie informatie heeft gegeven en daarom vrij is gelaten.’

Hoe weten jullie dit verhaal?
Ruud: ‘Dit huis was in de familie. Wij wonen hier nu tweeënveertig jaar en hebben veel over het oorlogsverhaal gelezen. We hebben ook overlevenden van de families uitgenodigd en we kregen een plaquette op de muur van ons huis.’

Hebben jullie de oorlog zelf ook meegemaakt?
Yvonne: ‘Nee, toen waren wij er nog niet. Maar mijn oma, tante en oom, die allemaal Joods waren, zijn in Auschwitz vermoord. We hebben daar natuurlijk veel over gehoord. En nu vertellen we het verhaal elke keer op Bevrijdingsdag. Dan laten we de bovenetage zien, waar we een minimuseum hebben ingericht, met foto’s brieven en een echte knijpkat uit die tijd.’
Ruud: ‘Ik heb de kogels waarmee de verzetsmannen zijn doodgeschoten in de vloer gevonden. Die ga ik jullie laten nu zien.’

 

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892