‘Ze hebben wel honderd engeltjes op hun schouders gehad’


Eren, Denys, Mois, Ashraf vertellen het verhaal van Marian Schaap
Zaandam

Omdat de interviews vanwege Corona dit keer niet bij de ouderen thuis kunnen plaats vinden is Marian naar school in Zaandam gekomen. Eren, Denys, Mois en Ashraf kunnen haar daardoor toch interviewen. Ze zijn wat gespannen wanneer Marianne binnenkomt, maar krijgen een bordje met dropjes van een andere mevrouw, die ook die dag op school geïnterviewd wordt en dan beginnen ze de vragen, die ze goed hebben voorbereid.

Herinnert u zich nog hoe het u voor u was in de oorlog?
‘Nee, maar het verhaal van mijn zusje is voor mij heel erg belangrijk om door te blijven vertellen.
Mijn (pleeg)zusje was net tien maanden toen haar ouders zich moesten melden bij de Duitsers. Op het allerlaatste moment heeft haar moeder haar in een dekentje gewikkeld met daarbij een foto van zichzelf waar ze samen met mijn zusje op stond en haar eigen trouwboekje. Ze heeft haar toen bij de bovenbuurvrouw gebracht. Mijn zusje is toen via het verzet van Willem Brinkman naar mijn ouders gebracht. Haar ouders en bijna haar hele familie zijn allemaal vergast in kamp Sobibor, alleen één oom heeft de oorlog overleefd door onder te duiken. Gek genoeg zijn mijn ouders nooit verraden. Ze hebben ontzettend veel geluk gehad, ze hebben wel honderd engeltjes op hun schouders gehad. Als iemand ze verraden zou hebben, hadden we het allemaal het niet overleefd. En er woonde nog wel een NSB’er in de straat.’

Gingen jullie onderduiken en hoe was dat?
‘Nee, wij zijn nooit ondergedoken. Jongen mannen zoals mijn vader moesten wel naar Duitsland om te werken. Mijn vader was bij Fokker gaan werken op kantoor dat bedrijf was in handen van de Duitsers. Dat vonden mensen raar want je zou niet moeten werken voor de Duitsers, maar mijn vader werkte op kantoor en zag dan precies wie wanneer op de lijst stond om naar Duitsland te worden afgevoerd. Hij waarschuwde die mensen dan en is daar gelukkig ook nooit op betrapt.’

Hoe overleefden jullie de oorlog met het eten?
‘Ik weet dat er heel weinig was en alles was op de bon. Mijn ouders kregen geen voedselbonnen voor mijn zusje. Ze hadden tegen de omgeving gezegd dat mijn zusje het kindje was van de zus van mijn moeder, die woonde toen in Zeeland. De mensen daar moesten vluchten omdat Zeeland onder water was gezet. Daarom geloofde de mensen dat verhaal wel. Soms hadden mijn ouders helemaal niets meer maar dan lagen er ineens bonnen in de brievenbus die kregen ze van het verzet. Mijn ouders hadden ingevallen koppies en wij zagen er als Hollands welvaren, uiteraard ging alles naar ons.’

 Heeft u een mooie boodschap voor ons?
‘Wat ik jullie in ieder geval wil meegeven is; “Beoordeel iemand nooit om zijn huidskleur, geloof, of seksualiteit. Laat iedereen in zijn waarde en houd rekening met een ander, wees lief voor elkaar. Beoordeel iemand alleen op zijn daden.”’

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892