‘Ze begreep niet waarom ze moest onderduiken’


Amin en Rayan vertellen het verhaal van Yanny Scutt-Makkink
Amsterdam

De 71-jarige Yanny Scutt ontvangt Amin en Rayan van de Rosa Boekdrukkerschool bij haar thuis in Slotermeer. Op tafel staan blikjes sap en chocolaatjes. Yanny is een dochter van Joodse ouders, die beiden moesten onderduiken tijdens de oorlog. Dat ze de oorlog zelf niet heeft meegemaakt, maar het verhaal van haar ouders vertelt, vinden de jongens interessant. Ze heeft de verhalen gehoord en kan het vast goed vertellen,’ zegt Rayan onderweg in de tram.

Bent u blij dat u de oorlog niet heeft meegemaakt?
Ik ben blij dat ik de oorlog niet heb meegemaakt en hoop dat niemand het hier ooit hoeft mee te maken. Want ik weet van mijn ouders dat toen ze jong waren zij niet begrepen waarom er oorlog was en wat zij ermee te maken hadden. Mijn vader was acht toen de oorlog begon. Hij dook onder op een binnenvaartschip en had het daar prima naar zijn zin. Later is hij ook schipper geworden. Mijn moeder was elf aan het begin van de oorlog; een tiener dus in die periode. Zij begreep niet waarom ze moest onderduiken en liep steeds weg van haar onderduikadres.

Hoe was uw jeugd met ouders die allebei de oorlog hebben meegemaakt?
Ik groeide op op het schip en moest als schippersdochter naar een internaat voor schipperskinderen. Daar woonde je door de week. Toen ik vijftien was, kon ik bij mijn ouders wonen die toen een huis hadden en niet meer op het schip woonden. Mijn moeder werd toen opeens geconfronteerd met puberende kinderen thuis. Omdat zij vol traumas zat, sloeg ze alles wat lastig was van haar af. En ja, wij waren lastig dus we hebben heel wat klappen gehad. Als je iets moeilijk vond of verdrietig was kreeg je een klap. De oorlog die zij had meegemaakt was altijd erger dan jouw verdriet.

Vond uw moeder het moeilijk om een ster te dragen in de oorlog?
Ja, ze trok die ster er steeds boos af en ze liep dus ook steeds weg van haar onderduikadres. Dan moesten anderen weer een nieuw adres voor haar vinden. Een keer is ze bijna opgepakt, samen met de helper, een Indonesische student van het verzet, die haar wegbracht. Er werd geschoten en een kogel kwam in haar knieholte. Ze kreeg toen loodvergiftiging en als de oorlog langer had geduurd, was ze haar onderbeen kwijt geweest. De Canadezen hebben haar been gered door het te verzorgen; alleen haar kleine teen was ze kwijt. De student is later gepakt en doodgeschoten. Er is een straat naar hem genoemd in Osdorp.

Toen uw moeder doodging, had u haar nog wat willen vragen?
Nee. Ze heeft twee keer verteld wat zij in die tijd heeft meegemaakt en daarbij duidelijk gemaakt dat zij het er nooit meer over wilde hebben. Ik heb dit altijd gerespecteerd en ik vond dat zij hier recht op had.

Wat zou u doen als er nu oorlog uitbrak?
Ik zou eerst kijken wat er ging gebeuren en welke mensen er het meeste last van zouden hebben en zien wat ik kan doen om mensen te helpen als ze hulp nodig zouden hebben. En als het tegen Joden is gericht zou ik naar Israël gaan.

Hoe heet uw kat?
‘Dat is een heel belangrijke vraag, want een kat hoort erbij. Ze heet Sterre en is een Noorse boskat. Als we het toch over sterren hebben; Hitler heeft de Davidster misbruikt, want het is eigenlijk een Davidschild, omdat het verhaal gaat dat koning David een schild had in de vorm van een zespuntige ster. In het Hebreeuws heet de ster Maĝeen David. Na de oorlog waren er Joden die de ster niet meer wilden dragen, maar ook veel Joden die Hitler de eer niet gunden en hem wel weer zijn gaan dragen. Ik heb zon ster bewaard, kijk. En om mijn nek draag ik het hangertje met de ster van mijn moeder.’


Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892