‘We liepen op blote kakkies’


Alexander, Seija en Xander vertellen het verhaal van Kees Jansveld
Sumatra

Met gemengde gevoelens en wat spanning vertrekken Alexander, Seija en Xander vanaf de Floralaanschool naar Kees Jansveld. Na een warm welkom is er ice tea met een koekje voor de leerlingen. Kees Jansveld is in april 1940 geboren op rubberplantage Wingfoot op Noord-Sumatra.

Welke herinnering aan de oorlog is u het meeste bijgebleven?
‘Die keer dat ik ziek was; ik had toen diarree. De jappen waren bang ook ziek te worden, dus legden ze mij in een aparte kamer, in quarantaine en gescheiden van mijn moeder. Dat laatste was het ergste. Ik voelde me erg eenzaam. Het beeld van mijn moeder opeens op het pad, in haar blauwe jurk, vergeet ik nooit meer!’

Wat heeft u het ergste gemist tijdens de oorlog?
‘Omdat mijn vader en moeder beide arts waren, en dus nodig, werden wij pas in het laatste half jaar van de oorlog opgepakt. Ik was nog klein en ging met mijn moeder naar een vrouwenkamp. Mijn vader ging naar een gijzelaarskamp en ik miste hem vreselijk. Ondanks dat was ik wel echt een kind dat gewoon kattenkwaad uithaalde. Elke dag ging ik naar de ingang van het kamp om te kijken of mijn vader eraan kwam. Natuurlijk kwam hij niet. Later bleek hij in een kamp dicht bij ons te zijn. De dag dat ik mijn vader weer zag, had hij een kip gevangen en meegenomen. Hierdoor was het weerzien extra fijn.’

Wat gebeurde er toen de oorlog voorbij was?

‘De oorlog eindigde door een bombardement. Niet leuk, maar anders hadden wij de oorlog nooit overleefd. We hebben in ons leven zo veel geluk gehad. We hebben gelukkig geen familie verloren. De Japanners hebben ons geholpen de trein naar Medan te nemen, waarna een lange boottocht van ongeveer een maand begon. Ik weet nog dat als je de kraan op die boot opendeed, er zout water uitkwam. Via de Indische Zee voeren we door het Suezkanaal, over de Rode Zee en van daaruit over de Middellandse Zee. In Egypte gingen we aan wal en kregen we kleding, dekens en andere spullen. De tassen die we daar kregen, noemden we later in Nederland nog steeds de Suez-tas en de Suez-deken. Ik kreeg ook voor het eerst schoenen. Ik wist niet wat me overkwam. We liepen altijd op blote kakkies, zoals wij dat noemden. We hadden centimeters eelt op onze voeten en konden daardoor op glas lopen!’

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892