‘We lagen in de greppels tot het bombardement voorbij was’


Laura, Noë, Ayse en Bodil vertellen het verhaal van Mimi Dijkman
Meckelenburgstraat Eindhoven

De 93-jarige Mimi Dijkman neemt Laura, Noë, Ayse en Bodil van De Hasselbraam bij binnenkomst meteen mee naar de serre om te kijken of ‘papi’ al wakker is. Meneer Dijkman heeft Parkinson en zijn bed staat daar. Tijdens het interview luistert hij mee; veel van de verhalen heeft ook hij nog nooit gehoord. Echt nare dingen heeft ze niet meegemaakt, vertelt ze vooraf.

Wat aten jullie in de oorlog?
‘Ik heb helemaal geen honger gehad in de oorlog. Mijn moeder ging op de fiets naar de boeren voor melk, boter en eieren. En mijn vader was portier bij het Philips Ontspanningsgebouw, het POC, dat nu niet meer bestaat. Voor haar gasten had Philips altijd wel te eten. Als er ’s avonds wat over was, mocht mijn vader dat meenemen. Ik heb dus altijd goed gegeten. En ik heb niet veel nare dingen meegemaakt. Ik was veertien toen de oorlog uitbrak, een leeftijd waarop je natuurlijk leuke dingen wil doen. Ik heb fijne herinneringen aan het pingpongen – na de oorlog ben ik nog driedubbel pingpongkampioen geworden – en bijvoorbeeld aan het treintje met steenkolen dat vroeger aan het eind van de Willem de Zwijgerstraat tussen België en Nederland reed. De conducteurs waren heel aardig. Ze toeterden als ze aankwamen. Dan renden we met een heleboel mensen naar die trein en schepten we een emmertje vol. Zo aardig was dat.’

Heeft u ook familieleden verloren?
‘Nee. Wel moest mijn vier jaar oudere broer, die dus al achttien was, werken in Duitsland. Alle jonge mannen in Duitsland waren aan het vechten dus ze hadden daar niet genoeg mensen om in de fabrieken te werken. Daarom moesten mannen uit Nederland daarheen. Mijn broer werd opgeroepen voor deze Arbeitseinsatz, om te gaan werken in Erfurht. Dat vonden we niet leuk; we hoorden daar de meest vervelende dingen over. Op een avond, of misschien was het een nacht, werd er aangebeld. Mijn moeder deed open. “Uw zoon is niet in Erfurht aangekomen,” werd er gezegd. “Daar begrijp ik niets van,” zei mijn moeder, “ik heb hier toch echt een brief dat ie erheen is”. Toen zijn ze gelukkig weer weggegaan. Mijn broer sliep namelijk iedere nacht op zolder bij mijn tante, die naast ons woonde, totdat de oorlog voorbij was. Ondergedoken voor de Arbeitseinsatz. Overdag was ie thuis bij ons, maar met vrienden op stap gaan, was er toen voor hem niet bij omdat dat te gevaarlijk was. Dat was natuurlijk niet leuk voor zo’n jonge jongen.’

Heeft u een bombardement meegemaakt?
‘Jazeker. Op een gegeven moment waren we bevrijd. We renden allemaal naar de Hoogstraat waar de tanks met militairen aankwamen. Wij renden en renden en zwaaiden. Maar zij gebaarden dat we weg moesten gaan. We snapten er niks van; wij zijn zo blij dat jullie komen en dan staan jullie zo te doen! Maar ‘s avonds begrepen we het wel, want toen kwam het bombardement. We zaten in de keuken en mijn vader vertrouwde het al niet. Aan het eind van de straat, voorbij de spoorlijn, waren geen huizen, alleen bosjes met greppeltjes. Omdat ze daar niet gingen bombarderen, dachten we, zijn we daar met z’n allen in de greppels gaan liggen tot het bombardement was afgelopen. We waren vreselijk bang. Gelukkig was bij ons thuis alleen het raam stuk, maar de dichtbij gelegen Gestelsestraat was helemaal gebombardeerd. Daar heb ik nog een vriendinnetje verloren.
Later toen we werden bevrijd door de Engelsen zetten de militairen hun auto’s neer voor ons huis. Wij woonden op een hoek; dat was een handige plek. Mijn moeder had zo’n medelijden met die jongens die in die auto’s moesten slapen. “Kom maar bij ons op zolder liggen,” zei ze. En dus sliepen die soldaatjes bij ons. We hebben nog met ze gedanst bij de familie Van Rooij, waar ze ook erg welkom waren. Dat was wel heel erg leuk. Ik weet nog dat ik een sigaretje kreeg aangeboden. Ik proefde en zei: “Beh, wat vies is dat!” Toen zeiden ze: “De tweede is lekkerder, hoor.” Maar ik nam geen tweede en ik heb nooit meer gerookt.’

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892