Luister hier hoe schrijver Zwaan Lakmaker de ontmoeting beleefde.
Nederlands English

‘We hadden zo’n honger, we waren lopende ribbenkastjes geworden’


Tim, Davide en Floris vertellen het verhaal van Marian Smook
Niersstraat 41Amsterdam-West

Tim, Davide en Floris van basisschool Corantijn in Amsterdam-West gingen op bezoek bij Marian Smook (1933). Ze ontving de kinderen in een ruime flat vlakbij het WG-terrein. Het was al snel duidelijk dat ze olifantjes verzamelt, want haar hele kast stond er vol mee. Mevrouw Smook wilde graag zelf beginnen met vertellen, dan konden de kinderen daarna vragen stellen. Toen ze eenmaal uitverteld was, waren eigenlijk de meeste vragen al beantwoord. Dat was maar goed ook, want het was alweer tijd om weer naar school te gaan.

‘Ik was 7 jaar toen de oorlog uitbrak. Ik herinner me dat omdat er vliegtuigen heel laag over kwamen vliegen en op de radio hoorde je heel opgewonden stemmen en mijn moeder zei: ‘Ga allemaal doodstil zitten en niet bij de ramen’.

‘Mijn moeder was Joods en eigenlijk ben ik dat door de oorlog te weten gekomen, want er werd nooit over gepraat. Mijn moeder moest een ster dragen. Mijn vader was niet Joods. Hij is aan het begin van de oorlog bij mijn moeder weggegaan en bij een andere vrouw gaan wonen. Daardoor was ze onbeschermd. Ze mocht niet op straat en niet in winkels, dus dat moest ik allemaal doen. We hadden geen geld. Mijn moeder had heel veel potjes met kruiden, dus toen deed ze de kruiden in kleine dubbelgevouwen papiertjes en ging ze ‘s avonds in het donker de kruiden proberen te verkopen in cafés waar de NSB’ers en Duitsers zaten. Dan deed ze niet de jas met de ster erop aan. Ik wist dat dit ongelooflijk gevaarlijk was. Ik ging nooit naar bed voordat mijn moeder thuis was. Ik moest heel zeker weten dat ze er was.’

‘We hadden enorme honger. We waren lopende ribbenkastjes geworden. Toen heeft het hoofd van de Montessorischool geregeld dat wij mee mochten op een boot naar het platteland. Daar was wel nog een beetje eten. Op een donkere novemberavond in 1944 heeft mijn moeder ons naar het IJ gebracht. Daar lag een platte dekschuit. Mijn moeder stond ons daar uit te zwaaien, en ik wist dat ik haar misschien nooit meer terug zou zien. Er lag een dikke laag stro op die bodem. We gingen zitten en we kregen een droge homp brood. Het was net een taartje, zo’n honger hadden we. Door het donker zijn we over het IJsselmeer gevaren. Daar zijn we uitgeladen, net alsof we spullen waren. We kwamen in een gebouw en werden naar de zolder gebracht waar ook een laagje stro lag. De volgende morgen werden we met auto’s naar Ommen gebracht, een klein stadje, waar we naar een school werden gebracht. En om de beurt kwamen de bewoners van Ommen naar dat schoolgebouw toe om een kind uit te zoeken, alsof we konijntjes waren.’

‘Mijn zusje werd heel snel gekozen door twee ongetrouwde vrouwen die zelf geen kinderen hadden. Ik werd ook uitgekozen, maar mijn broertje niet. Ik hoorde mensen zeggen dat hij naar een andere stad moest. Ik voelde mij verantwoordelijk voor hem, dus ik heb hem met twee handen vastgepakt en heb staan huilen en gillen. Ze gaven me op m’n kop. Ik moest toch dankbaar zijn dat mensen mij eten wilden geven? Ik moest niet zo’n lawaai maken. Op een zeker moment ging de deur open en kwam een hele grote man binnen met het uniform van een postbode. Hij zei: ‘Wat is hier aan de hand?’. Ik vertelde in tranen mijn verhaal waarop hij zei: ‘Ik ga jouw broertje meenemen en je mag elke dag komen kijken of het goed met hem gaat’.’

‘Uiteindelijk waren we bevrijd, maar ik wist niet waar mijn moeder was. Ik had nooit een briefje of iets dergelijks van haar gekregen. Ze kon niks op de post doen, want niemand mocht weten waar ze was. Mijn moeder was een mooie Joodse vrouw met donker haar en prachtige krullen. Toen ik haar weer zag, stond er een klein vermagerd vrouwtje met grijs haar en heel veel rimpels in haar gezicht. Ik schaamde me voor haar. Ik ging dialect praten, omdat ik niet bij haar wilde horen.’

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892