‘We gingen de vliegtuigen tellen en wie de meeste Tommies telde won’


Muze, Hannah, Wonne en Miles vertellen het verhaal van Annie Stoop
Loudelsweg

Muze, Hannah, Wonne en Miles gaan de 96-jarige Annie Stoop interviewen. Ze woont in Bergen en ze is de enige en oudste vrouw die wordt geïnterviewd. De leerlingen van de Roland Holstschool moeten even zoeken naar het adres, maar dan vinden ze het. Mevrouw Stoop heeft sapjes in huis gehaald en de kinderen krijgen een koekje uit een trommeltje dat ze kreeg toen de oorlog begon.

Hoe begon de oorlog voor u ?
‘Op 10 mei 1940 hoorden we heel veel lawaai en toen zei mijn vader: het is nu oorlog! Het lawaai dat we hoorden, kwam van de bommen die op het vliegveld werden gegooid.’

Hoe was het eigenlijk in de oorlog voor u?
‘De eerst tijd was het niet zo erg, er was nog genoeg eten en je merkte niet zo veel van de oorlog, maar het werd steeds erger. Mandarijnen en sinaasappels kwamen normaal gesproken per schip uit het buitenland, maar die kwamen nu niet meer. Thee en koffie kwamen uit de warme landen, en dat kwam dus ook niet meer. Alles ging op de bon; je kreeg een kaart met bonnetjes waarmee je eens in de week iets kon kopen.

Ik woonde aan de Loudelsweg, tegenover de snackbar. Toen het oorlog was, trokken de Duitse soldaten in de Adriaan Roland Holstschool, en in een ander gebouw naast ons kwamen SS’ers. Dat waren gemene Duitsers. En het huis naast ons werd een munitiedepot, dat voelde niet zo veilig.’

Woonde u de hele oorlog in Bergen?
‘Nee. De Duitse soldaten bouwden de Atlanktikwall. Die liep vanaf Noorwegen, langs Denemarken, Nederland, België en Frankrijk. Het was een grote wal langs de kustlijn om te voorkomen dat de Amerikanen en Canadezen er aan land konden gaan. In Bergen waren daarom veel Duitse soldaten en die moesten allemaal ergens wonen. De Nederlanders moesten weg. Sommigen gingen naar familie, anderen gingen ergens in een schuur wonen.

Alles kwam leeg te staan, maar wij bleven stiekem toch. Alleen moest ik vanaf toen naar school in Alkmaar. Als we dan naar school fietsten, vlogen er vaak heel veel vliegtuigen over, die noemden we Tommies. We gingen ze tellen en wie de meeste Tommies telde won. We fietsten vlak langs het vliegveld en op een keer zagen we de bommen in Bergen vallen, whoo! Als ze maar niet op ons huis vallen, dachten we. We bleven wel gewoon fietsen, het hoorde bij je leven toen.’

Wanneer bent u weggegaan uit Bergen?
‘De buurvrouw kwam ons op een gegeven moment vertellen dat we echt weg moesten uit Bergen. Ze had gehoord dat het te gevaarlijk werd. We vluchtten met zijn allen. Mijn moeder voorop bij de buurman op de fiets omdat ze niet kon fietsen, met dekens en kleding. We gingen naar Krabbendam, daar woonden de ouders van onze buren waar we mochten verblijven in een klein boerderijtje.

In Krabbendam zagen we hoe alles op het vliegveld in de lucht vloog. Kort daarna zijn we naar Amsterdam gegaan, naar familie. We kwamen er in de Hongerwinter terecht, dat was heel erg.’

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892