‘Wat moesten we hier met zwaarbewapende mensen?’


Annelie, Macy en Noah vertellen het verhaal van Theun Talsma
Boerderij de Kooiplaats

Theun Talsma is ver in de 80, maar dat houdt hem nergens in tegen. Als Annelie, Macy en Noah aankomen bij zijn huis op het mooie terrein van de Kooiplaats op Schiermonnikoog, komt hij na enkele minuten aan in zijn jeep. Net terug van een weekendje weg met zijn vrouw. Rustig laadt meneer Talsma de spullen uit, zonder enige moeite. Direct daarna worden de leerlingen van de Yn de Mande uitgenodigd in de keuken van de oorspronkelijke boerderijwoning en mogen ze gelijk beginnen aan het interview.

Hoe is het gegaan toen u van de boerderij naar een ander huis werd gestuurd?
‘Ja, toen waren wij nog vrij jong, 9 jaar. Kwamen die mensen uit het Scholtenhuis van Groningen. Dat waren SS’ers en SD’ers, niet van die brave broeders. Zij waren gevlucht toen de Canadezen daar al schietend aan kwamen. In Zoutkamp hadden ze vier boten gecharterd en ze zijn er met 130 man opgesprongen. Auto’s, wapens en munitie en allemaal andere spullen hadden ze bij zich, de zee op. Toen dachten ze misschien nog dat ze naar Borkum konden, maar ze kwamen uiteindelijk hier op Schiermonnikoog aan. De burgemeester en wethouder schrokken zich een hoedje. Wat moesten we hier met zwaarbewapende mensen? De Duitsers die hier zaten, wilden er ook al niks van weten. Er zaten namelijk al zo’n 700 Duitsers in de bunkers. Nou, zeiden de Duitsers uiteindelijk, stuur ze maar naar die verste boerderij daarachter in de polder, dan hebben wij er geen last van… Maar ja, in die boerderij woonden wij. Dus moesten we hals over de kop uit de boerderij: mijn ouders met ons gezin van vijf kinderen. We hebben een paar nachtjes bij de buren in de schuren en in het hooi geslapen en toen kregen we een huisje in het dorp aangeboden. Daar hebben we nog een poos gezeten.’ 

Wat deed u in de oorlog?
‘Het werk hier. We hadden de boerderij en waren altijd met beesten bezig. De Duitsers ja, die waren hier wel en die reden hier ook rond. We gingen op alle dagen naar school, behalve zondags. Dus niet zoals nu, dat is een beetje veranderd. Op de boerderrij deden we wat jullie nu ook doen, spelen. We mochten niet verder dan deze duinen (de boerderij grenst aan de duinen, red.). Daar stond een grote bord sperrgebiet, verboden toegang. Je mocht ook niet naar het strand en dat soort dingen, allemaal verboden.’

Zijn er in de oorlog ook dierbaren van u overleden?
‘Nou, dat wel. Hier zijn een aantal bommen op het dorp gevallen. Bij een jongen van school van twee klassen hoger. Die was nog op school, maar hij is toen snel naar huis gelopen, zo rond 12 uur. En toen viel er precies een bom op zijn huis. Meerdere bommen vielen er, ook vlakbij hotel Van der Werff. Ook vliegtuigen zijn er neergestort. Een is hierachter in het weiland neergekomen. Die vloog ook dwars door de sloten en prikkeldraad. Het vliegtuig vloog in brand en vier man sprongen eruit. Mijn vader is ernaartoe gelopen. En die mensen hebben nog in het keukentje gezeten. Ik zie ze nog, ik stond daar in de hoek. Dat waren Engelsen. Veertig jaar later is hier een van die piloten weer geweest. Hij vertelde hoe hij het beleefd heeft. Ze waren heel goed behandeld, zei hij.’

Hoe heeft u het einde van de oorlog gevierd?
‘Ja, dat was even later dan aan de andere kant van het water, want daar gingen de vlaggen al hoog in top. Hier werd het half juni gevierd, toen waren de laatste Duitsers hier van het eiland. Maar van de Duitsers hebben wij hier praktisch geen last gehad. De eilanders waren aardig content met die Duitsers. Ze bemoeiden zich niet met de boeren en ook niet met de eendenkooi die erbij zit. Die gingen hun eigen gang bij de kust om deze te bewaken.’

Heeft u ook nog grote spullen uit de oorlog?
‘Spullen niet zozeer, maar ik heb nog wel een map met allemaal artikelen. Hier een foto; dit zijn geen Engelsen, maar Duitsers. We staan daar. Toen ze vertrokken, hebben ze ook heel veel rommel in de duinen begraven. Kisten met zilver en goed en van alles, en hier zijn ze bezig om dat er weer uit te halen na de oorlog. Maar die Duitse soldaten waren niet zo slecht, want als hier een Engelsman aanspoelde, werd hij met militaire eer begraven. Engelse vlaggen erop, saluutschoten, alles, die hadden hier alle respect voor.’

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892