‘Wat mijn opa heeft gedaan was ontzettend dapper’


Dexter, Caspar, Adam, Quirijn, Pepijn vertellen het verhaal van Frank Meelker
KraaipanstraatAmsterdam-Oost

Dexter, Caspar, Adam, Quirijn en Pepijn hebben zich enorm goed voorbereid op het interview met Frank Meelker. In een leeg lokaal in de Lidwinaschool in Amsterdam-Oost neemt iedereen plaats en stellen de leerlingen hun vragen aan meneer Meelker. Hij is de kleinzoon van de Joodse verzetsman Eli van Tijn en over hem vertelt hij veel.

Wat vindt u van de verzetsdaden van uw opa?
‘Ik vind het heel dapper wat hij heeft gedaan. Mijn opa was altijd al heel actief betrokken bij mensen die het moeilijk hadden. Hij ving voor de oorlog al vluchtelingen op uit Duitsland. Toen in 1933 Hitler aan de macht kwam, was het voor sommige mensen al onmogelijk om in Duitsland te blijven. Deze vluchtelingen waren niet echt welkom in Nederland. Mijn opa maakte deel uit van een groep mensen die deze vluchtelingen hielpen. Toen de oorlog uitbrak is hij eigenlijk gewoon doorgegaan met waar hij al mee bezig was. Samen met anderen vervalste hij bijvoorbeeld ook bonnen en identiteitsbewijzen, zodat Joodse mensen konden onderduiken.’

Wat vindt u ervan dat uw opa is verraden?
‘Ik vind het heel triest. Hij is verraden door iemand die voor de Duitsers werkte. Deze man was zelf ook Joods, hij was gaan werken voor de Duitsers om zelf in leven te blijven; daar kreeg hij geld voor. Hij deed net alsof hij papieren nodig had en zo kon hij mijn opa verraden. Mijn opa is toen naar kamp Westerbork gebracht. Hij probeerde optimistisch te blijven en gaf er onderwijs aan volwassenen, omdat hij onderwijzer van beroep was. Later is hij naar concentratiekamp Auschwitz gegaan en vanaf daar naar nog twee kampen. Onderweg naar een kamp is hij overleden. Dat was in de winter van 1944-1945. Vervoer ging in open treinwagons en het was hartstikke koud. Hij is omgekomen door kou en ziekte. Bij aankomst in het kamp is hij verbrand.’

Wat deed de rest van uw familie in de oorlog?
‘Mijn vader werd aan het einde van de oorlog, toen hij achttien werd, opgeroepen om in een fabriek in Duitsland te werken. Dat wilde hij niet, dus is hij met een vals persoonsbewijs zelf ondergedoken. Hij was de enige die dat durfde; al zijn vrienden en klasgenoten gingen wel. Mijn moeder heeft veel trauma’s overgehouden aan die tijd. Ze heeft dat veel later, na de oorlog, opgeschreven. Dat schrijven gaf haar weer een doel en dat hielp. En niet alleen mijn opa, ook mijn oma was heel dapper. Zij heeft een Joods meisje gered, Juliette. Destijds sliepen kinderen soms in de kast en dit meisje ook. Toen er een razzia werd gehouden en haar ouders werden weggehaald, is Juliette  hier doorheen geslapen. De volgende morgen hebben de buren haar gevonden, omdat ze heel hard huilde. Die hebben haar naar de Joodse Schouwburg gebracht. Mijn oma hoorde daarvan en wist dat het niet goed zou aflopen. Met een smoes heeft ze toen het meisje bij de schouwburg opgehaald en meegenomen.’

Er is een monument voor de verzetsgroeps van uw opa, hoe is die er gekomen?
‘Dat heb ik zelf geïnitieerd. De burgemeester van Amsterdam en mijn oom hebben het samen in 2007 onthuld. Het heet het Eli van Tijn-monument en staat bij de Kraaipanschool in Amsterdam-Oost. Wat mijn opa heeft gedaan was ontzettend dapper, ik denk niet dat ik dat zou durven. Maar gelukkig zijn er dus wel mensen geweest die het hebben gedaan. Als mijn opa nog had geleefd dan had hij mij dit monument verboden, dan had hij gezegd: Frank, leuk idee, maar moet je niet doen, zo speciaal waren wij niet. Ik vind ze wel heel speciaal.’

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892