‘Voor een soldaat moest je zo diep mogelijk buigen’


Jack, John, Binish, Zenxy vertellen het verhaal van Ab Alexandre
Java, IndonesiëAmsterdam-Zuidoost

De 79-jarige Ab Alexandre vertelt aan Jack, John, Binish en Zenxy over zijn jeugd op Midden-Java. Hij is geboren in een jappenkamp. Op zijn 8ste verhuisde hij naar Nederland. Aan de leerlingen van de Open Schoolgemeenschap Bijlmer in Amsterdam-Zuidoost beschrijft hij hoe hij met zijn zes broers en zussen in Nederland op twee kamers sliep. ‘We hadden het altijd gezellig.’

Wat weet u van uw voorouders?
‘Mijn opa komt uit België. Hij heette Alexandre, ik ben dus naar hem vernoemd. Mijn opa zag ooit op straat een advertentie van het Nederlands-Indische leger en besloot te solliciteren. Hij werd sluipschutter. Mijn oma was in die tijd getrouwd met een rijke man die een stuk ouder was dan zij. Hij gaf haar altijd cadeautjes, zoals dure sieraden. Maar mijn oma had genoeg van het huwelijk, verkocht enkele sieraden en huurde met de opbrengst een koets waarmee ze naar de kazerne reisde, waar mijn opa werkte. Zo ontmoette ze hem. Zij ging er aan het werk als huishoudster.’

Hoe zag uw jeugd eruit?
‘Toen ik werd geboren was mijn vader er niet. Hij wist niet eens dat ik bestond. Mijn vader was eind 1941 opgeroepen voor het leger. Maar die Jappen waren zo goed bewapend, ze hadden binnen no time het Nederlands-Indische leger verslagen. Iedereen is gevangengenomen en in kampen gezet. Het was een zware tijd, vooral als je de straat opging. Als je een soldaat tegenkwam, moest je zo diep mogelijk buigen. Deed je dat niet dan kreeg je de zweep op je rug. Mijn moeder was heel trots, zij boog nooit voor een soldaat en werd daardoor werd geslagen. Maar ze hield zich altijd heel sterk.’

Wat vond u van de reis naar Nederland?
‘Ik heb geen slechte herinneringen aan deze reis, omdat we op de boot gezellige spelletje deden. Maar toen ik dichterbij bij de kust van Nederland kwam, werd ik steeds angstiger. Op Midden-Java hadden we fabrieken hadden die ijs produceerden. Dat waren grote blokken ijs. Ik dacht dat deze blokken ijs ‘sneeuw’ waren en dat als het sneeuwde in Nederland er grote ijsblokken uit de lucht zouden vallen.’

Hoe was de aankomst in Nederland?
‘Eigenlijk was het wel een leuke tijd voor mij. We kwamen uit Indië en we waren al onze spullen kwijtgeraakt. Midden in de nacht kwamen we aan bij een ‘hotel’. Het heette wel een hotel maar het werd volgepropt met mensen uit Indië. Wij kregen twee kamers met z’n tienen. Ik denk dat je als kind zoiets gewoon accepteert. Mijn moeder en de oudere kinderen vonden het niet een plezier.’

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892