‘volwassen mensen discrimineerden en pestten mij, omdat ze dachten dat ik een Duitser was’


Sierra, Meaghan, Marina, Dany, Chelsey vertellen het verhaal van Siem Meijn

Sierra, Meaghan, Marina, Dany en Chelsey interviewen Siem Meijn in de docentenkamer van Basisschool Tamarinde. Met een kopje thee en een koekje stellen ze vragen. Meneer Meijn is pas na de oorlog geboren in september 1946. Hij vertelt zijn verhaal over gediscrimineerd en gepest worden. Het maakt erg veel indruk op de kinderen. Wat ze allemaal niet weten, is dat meneer Meijn al ‘vijf jaar lang Sinterklaas is op school. Als ze dat horen, wordt er veel gelachen.

We hoorden dat uw moeder iets had gehad met een Duitse soldaat?
‘Mijn moeder is geboren in 1926, was 14 jaar toen de oorlog begon. Ze groeide op met nog twee zussen, een broer en ouders.  Mijn moeder was gek op mensen met een uniform. Pas in 1942/1943 kwamen er Duitsers naar Oostzaan en mijn moeder die 17 jaar was,  vond dat wel interessant. Zo kwam het dat ze in oktober 1944 verkering kreeg met een Duitse soldaat. Ze is met hem mee naar Duitsland gegaan, kwam na de oorlog op 7 mei weer terug. Mijn moeder heeft mij hier nooit wat over verteld en als ik ergens naar vroeg werd ze heel boos.
Maar mijn vader is geen Duitser hoor! Toen ik 4 jaar was, is ze getrouwd met een Nederlander uit Amersfoort die bij de marine zat. Ik heb tot mijn 18e gedacht dat hij mijn vader was, mijn biologische vader heb ik nooit gekend.’

Had die relatie met de soldaat nog gevolgen?
‘Op  7 mei 1945 stonden er dik honderd mensen bij hun huis. Ze schreeuwden om mijn moeder. Als je ’t met een Duitser had ‘aangelegd’, dat is gevrijd of gekust, dan werd je opgehaald. Je werd kaalgeschoren en er ging teer over je hoofd en veren. Mijn moeder zat met de familie binnen, want mijn tante was jarig. Mijn opa stormde naar buiten met een geweer en een schietmasker en schreeuwde: ‘de eerste de beste die nog op m’n erf komt die zet ik dit schietmasker op z’n kop.’ Vroeger maakte ze met een schietmasker koeien dood. Twee mensen zijn met hem gingen praten. Ze hebben mijn moeder toen niet meegenomen, maar ze moest zes maanden binnen of op het erf blijven.’

Wat is het ergste wat u ooit heeft meegemaakt?
‘Dat volwassen mensen mij discrimineerden en pestten omdat ze dachten dat ik een Duitser was, terwijl dat helemaal niet zo was. Ik zat op de Noorderschool, was 6 jaar.  In de eerste klas haalde ik alleen maar zevens en achten, heel goed dus. In de tweede klas haalde ik vijven en zessen, ik begreep er helemaal niets van. Ik was bang om mijn rapport thuis te laten zien. Mijn familie was boos. Voor straf moest ik honderd sommen maken, maar ik maakte ze allemaal goed. Mijn moeder ging de volgende dag naar school. Na tien minuten kwam ze terug en zei: ‘je bent nu van school af en gaat naar de Kerkbuurtschool.’ De juffrouw was erachter gekomen wat mijn moeder in de oorlog had gedaan en ik werd gepest. Sindsdien had ik eigenlijk geen zin meer in leren en school.’

Waren er ook kinderen die u anders behandelden omdat ze wisten wat uw moeder had gedaan?
‘Nee alleen maar volwassen mensen. En dan bedoel ik de burgemeester, de politieagent, de voorzitter van de voetbalvereniging, mensen van de gemeente.
Ik heb veel problemen gehad met een buurvouw. Zij schold me altijd uit voor ‘moffenjong, hoerenjong.’ Ik was toen 13 jaar en dat ging door tot ik 19 was. Ik kocht een mes en dacht: ‘ik steek haar dood.’ Ik heb dat mes uiteindelijk aan mijn opa gegeven, maar zo erg vond ik het pesten.’

Kent u nog andere verhalen uit de oorlog?
‘In Oostzaan werd er in de oorlog heel veel illegaal geslacht. Je mocht geen koeien of beesten slachten van de Duitsers. Dat vlees was alleen voor hun bestemd,  dus deed men dat stiekem. Mijn opa deed dat ook, samen met een hoop andere Oostzaners, hoor. Hij had een schuurtje met een gat in de muur, waar dat touw doorheen kwam. Mijn oma was heel erg bang van koeien. Zij hoefde alleen maar aan dat touw te trekken. Hij sloeg dan aan de andere kant van de muur met dat schietmasker.. zo een pin in de kop van die koe. Mijn oma wist dat dan helemaal niet. Ze verdeelden dat vlees onder de hele buurt. Maar mijn opa is een keer opgepakt. Hij had zo naar Kamp Vugt gestuurd kunnen worden, maar hij werd naar burgemeester Sikkema gestuurd. Die heeft hem gelukkig weer vrijgelaten.’

 

 

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892