Luister hier hoe schrijver Zwaan Lakmaker de ontmoeting beleefde.
Nederlands English

‘Van die hongertocht droom ik soms nog’


Jessie, Milou, Emilie en Neslihan vertellen het verhaal van Lenie Oortwijn
Jacob van LennepstraatAmsterdam-West

Jessie, Milou, Emilie en Neslihan van basisschool Corantijn in Amsterdam-West gingen op bezoek bij Lenie Oortwijn (1939). Haar huis was heel knus en ze had zelf koekjes gebakken. Nadat iedereen plaats had genomen om de grote ronde tafel, werd de eerste vraag gesteld. Mevrouw Oortwijn begon te vertellen en nam de leerlingen in hun gedachten mee naar vroeger.

Hoe merkte u dat de oorlog begonnen was?
‘Ik was heel klein, een baby’tje, toen de oorlog begon, maar altijd heb ik gevoeld hoe bang mijn ouders waren. Op een dag liep er een Duitse soldaat langs het huis, dat kon je horen aan die laarzen, en ik voelde de spanning van mijn ouders toen die man een tijdje stil bleef staan voor het huis. Daarna liep hij weer door, maar die angst dat weet ik nog.’

Waren er ook leuke dingen in de oorlog?
‘Na verloop van tijd kon niemand meer werken, dus iedereen bleef thuis en verveelde zich. Mijn vader was toen al weg, maar er woonde een oom bij ons in de straat en die kwam naar ons toe. Een andere broer van mijn moeder was opgepakt door de Duitsers, maar hij wist te ontsnappen en zat illegaal ook bij ons op die halve woning. Dat was oom Ben. Die drie mannen wilden klaverjassen, maar ze misten een vierde man. Toen hebben ze mij leren klaverjassen. Ik won van mijn opa! En het gezicht van mijn opa als ik won, zijn vierjarige kleindochter, dat weet ik nog heel goed. Dat vond ik heel leuk.’

Wat was er met uw vader gebeurd?
‘Hij was opgepakt omdat hij Joods was en moest werken in Auschwitz. Daarna verhuisde mijn moeder naar de woning bij mijn opa en tante Riek, dat was een ongetrouwde zuster van mijn moeder.’

Hoe was het normale leven?
‘Nou, in het begin probeerde iedereen nog een beetje normaal te functioneren, maar later ging het steeds moeilijker. Vooral in de Hongerwinter. Er was een gaarkeuken waar je soep kon halen, maar daar moest je je niet teveel bij voorstellen. En de kachel brandde niet. Bovenop de kachel stond een koekblik, waar een soort kacheltje van was gemaakt. Om aan hout te komen, zaagde mijn moeder aan de balken van de zolder en ook aan de trap. Om de tree zaagde ze er een weg, om in het kacheltje te kunnen branden. Ik werd altijd de trap op gedragen, want ik kon daar met mijn korte beentjes niet op lopen. Door de honger voelde je je eigenlijk altijd beroerd. Iedereen kreeg zweren en niemand kon werken. Ik zat op dat grote bed. En die oom van mij, die zich ook verveelde, heeft mij lezen en schrijven geleerd. Hij had zelf een heel groot Aap Noot Mies-bord gemaakt, en tekende er plaatjes bij.’

Wat vergeet u nooit meer?
‘Veel dingen spoken nog door mijn hoofd, zoals de tocht naar Koog aan de Zaan in de Hongerwinter. Mijn moeder had daar gesolliciteerd voor een baan als huishoudster, maar toen ze eenmaal aankwam stond er een tweepersoonsbed en bleek dat die man een echtgenote zocht. En ze had ook weinig keus, want ja ze had een half-Joods kind. Maar die tocht daarnaartoe, daar droom ik soms nog van. Die man die later mijn stiefvader werd, kwam ons halen met een handkar. Daar werden wat meubels opgelegd. Het was heel koud, het had gesneeuwd en je moest lopen door de polder. Dus ik moest telkens van de kar af een stuk lopen, want mijn moeder was bang dat ik zou bevriezen, en dan weer op de kar. En die man duwen, en mijn moeder liep ernaast.’

Hoe was het leven na de oorlog?
‘Chaotisch. Er waren veel problemen en over de oorlog werd niet meer gepraat. Omdat ik in die halve woning heel veel op een bed had gezeten en nooit goed had gelopen, waren mijn benen niet goed gegroeid. In Koog aan de Zaan werd ik daarom gepest. Ik kwam ook uit Amsterdam en had andere dingen meegemaakt, dus ik was een rare, vonden ze. Ik kon wel heel goed klimmen, dus ik klom in bomen waar die andere kinderen niet konden komen en daar was ik veilig.’

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892