‘Trombone spelen in Auschwitz’


Juliette (11), Livia (11)/n en Timme (11) vertellen het verhaal van Herman Vuijsje werd 1 jaar na de oorlog geboren
Newtonstraat 87

Wij hebben meneer Herman Vuijsje geïnterviewd. Zijn vader Philip was Joods en kwam uit een familie van zes kinderen: Philip, Louis, Bram, Nathan, Jaap en Alida. Louis, Alida en hun ouders Isaac en Schoontje, hebben de oorlog niet overleefd. De ouders van meneer Vuijsje praatten niet over de oorlog, dat was te moeilijk. Toch weet hij veel over de oorlogsgeschiedenis van zijn familie en vertelt hij hoe zijn vader en zijn ooms de oorlog hebben overleefd.

Is uw vader ondergedoken?
“Mijn vader was getrouwd met een niet-Joodse vrouw, daarom hoefde hij zich in het begin nog niet te melden. Maar mijn ouders wisten wel dat als de Duitsers lang zouden blijven, hij ook voor hen zou moeten werken. Wat hebben mijn ouders toen gedaan? Ze zijn gaan scheiden! Ze besloten dat ze iets raars moesten doen, iets waar die Duitsers niet op rekenden. Ze zijn officieel uit elkaar gegaan en mijn vader is bij mijn moeder ondergedoken. Hij is gewoon thuis blijven wonen, ze sliepen samen in een éénpersoonsbed. Er was een schuilplaats gemaakt en als de Duitsers zouden komen, zou mijn moeder zeggen: ‘Nee hij is weg, ik ben gescheiden. Hij is verdwenen.’ En dan zou hij snel die schuilplaats inkruipen. De Duitsers zouden denken dat hij er niet meer was. Een   keer zijn ze ook gekomen, maar toen is mijn vader van tevoren gewaarschuwd. Hij is ergens anders gaan slapen die nacht. Zo heeft hij de oorlog overleefd. Na de oorlog zijn mijn ouders weer getrouwd en werd ik geboren. Tijdens de oorlog hadden ze ook al een zoontje gekregen en later maakten we altijd het grapje dat we halfbroertjes waren, uit twee verschillende huwelijken.”

Zijn uw ooms ook ondergedoken?
“Mijn oom Nathan is ook ondergedoken, maar die is verraden en naar Auschwitz gebracht. Hij heeft de oorlog overleefd omdat hij trombone speelde en omdat er in Auschwitz een orkest was. Ongelofelijk, maar het is echt waar, Auschwitz had een kamporkest. Liedjes speelden ze daar. Als mensen vertrokken om te werken stond het orkest te spelen. Het Ave Maria bijvoorbeeld. Onvoorstelbaar, maar daardoor heeft mijn oom het overleefd. Toen ik klein was speelde ik trompet en dan zei hij: ‘Jongen, je moet goed een instrument leren bespelen, dat kan je leven redden.”

Kunt u nog iets spannends vertellen uit die tijd?
“Mijn oom Bram, de oudste broer van mijn vader is ontsnapt uit de Hollandsche Schouwburg. Dat was heel spannend! Mijn opa en oma hadden een bakkerij aan de Weesperstraat. Mijn oom Bram was brood aan het rondbrengen. Hij zag er heel Joods uit. In zijn bakkerskleding, met een grote mand met broden is hij opgepakt en opgesloten in de Hollandsche Schouwburg. Daar bleef je dan één of twee nachten en dan, vaak ’s ochtends, werden mensen in een tram geladen en naar het station gereden. Mijn oom werd die ochtend ook naar de tram gebracht maar heeft het toen gepresteerd om een gezicht op te zetten van ‘ik ben brood aan het bezorgen’. Zo is hij weggelopen, met het brood onder zijn arm. Ontsnapt.”

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892