‘Toen zijn we met het hele gezin in de kelder gaan slapen’
Timo, Rens en Gijs vertellen het verhaal van Willie van Oers
Lijmbeekstraat, Eindhoven
Timo, Rens en Gijs van basisschool De Trinoom spreken met Willie van Oers, die vijf jaar oud was toen de oorlog in Nederland begon. Hij woonde toen aan de Lijmbeekstraat. Met een lijst met vragen gaat het gesprek van start, maar Willie heeft zoveel verhalen dat vragen nauwelijks nodig zijn. De jongens zijn zo vol aandacht, dat de camera’s van de tv-ploeg die een reportage maakt, helemaal worden vergeten.
Hoe ging het op school in de oorlog?
‘We moesten regelmatig schuilen, als het luchtalarm ging of als we ineens vliegtuigen hoorden. Dat gebeurde soms ook als we op school waren. We werden dan allemaal naar huis gestuurd om te schuilen. Meestal was het loos alarm. Boven op de school stond het alarm. Ik weet nog dat op een dag om kwart over drie het luchtalarm ging. Vreemde vliegtuigen in de lucht, betekende dat. Wij moesten snel naar huis om te schuilen. Om kwart voor vier was het weer veilig en konden we weer terug naar school. Maar de school was om vier uur uit. We zijn toen lekker thuis gebleven!’
Hoelang moesten jullie schuilen in een schuilkelder?
‘Meestal was het dus loos alarm, dan niet zo lang. Maar de Duitsers gebruikten ook ‘vliegende bommen’. Die werden aan het eind van de oorlog gebruikt en waren bedoeld voor Londen of de haven van Antwerpen. Het waren een soort raketten, vol met explosieven en met een soort motortje eraan. Dat maakte een heel raar geluid, iedereen herkende dat en als ik het hoorde, hoopte ik dat het geluid steeds verder weg zou gaan. Maar als het motortje er eerder mee ophield, dan kwam hij naar beneden en richtte veel schade aan. Dat is in Eindhoven één keer gebeurd, bij de Gildelaan. Twee straten waren helemaal weggevaagd en een andere straat zwaar beschadigd. Mijn ouders vonden het toen niet verantwoord nog boven te blijven slapen, dus hebben we alle matrassen naar de kelder onder ons huis gesjouwd en daar nog met z’n allen tot april 1945 een paar maanden geslapen. Er was geen comfort in de kelder, we vielen over elkaar heen als we ’s nachts moesten plassen.’
Zijn jullie wel eens door Duitse soldaten aangehouden?
‘Ik herinner me dat ik een paar weken voor de bevrijding met mijn vader bij het zwembad De IJzeren Man was. Daar werd een razzia gehouden. Dan werd door de Duitsers een gebied of plek afgesloten, niemand mocht weg. Alle mannen boven de achttien jaar werden gecontroleerd en als de papieren niet in orde waren, werden ze naar Duitsland gestuurd. Mijn vader moest ook zijn papieren laten zien, maar hij gaf de Duitse soldaat ook een briefje waarop stond dat er in onze familie een besmettelijke ziekte voorkwam. Dat was al lang niet meer zo, maar vader had dat briefje gewoon bewaard en nam het altijd mee. De Duitsers waren namelijk heel bang dat zij ook ziektes zouden krijgen. Toen mochten we snel doorlopen.’
Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.