‘Toen we op transport werden gezet naar een ander jappenkamp zonder eten en drinken had ik zo n dorst dat ik onderweg toen we stilstonden omdat de locomotief water nodig had, even ontsnapte om water te halen’


Micha, Kaighden en Tess vertellen het verhaal van Truida Hendriks Bergsma

Truida woont echt midden in het centrum van Alkmaar. De interviewers zijn best zenuwachtig, ze zijn het eerste groepje en dat vinden ze heel spannend.

Als we bij Truida aankomen begint Truida direct te vertellen, de kinderen komen er bijna niet meer tussen…..wat een bijzondere verhalen!

  1. Hoe was het op school in Indonesië?

Toen ik zes jaar was woonde ik op Oost-Java en ging ik voor het eerst naar school.

De school was ver weg en om zes uur smorgens wachtte ik op de bus naar Kediri waar mijn schooltje was. De school begon om 7 uur maar dat haalde ik nooit want de bus was altijd laat. Als ik uitstapte stond de dogcar die mijn ouders huurden al klaar met chauffeur.

Op school kon je niet spieken omdat als je links zat je de opgaven van het linkerrijtje op het bord moest maken en als je rechts zat het rechterrijtje.

Ook moesten we met de handen op onze rug zitten. Toen ik in Nederland kwam deed ik dat dus ook en zei de meester; “Wat doe jij nou?”

Wat deed uw vader?

Mijn vader voer voor een pakketvaartmaatschappij die er om bekend stond als: ‘die komt pas morgen’. Hij was op zaterdagmiddag vrij en moest zondag om 5 uur alweer aan boord

Dit was niet zo leuk voor de kinderen, en daarom zocht mijn vader een baan aan de wal en ging hij werken in de vleesfabriek in Jakarta

Hoe was het in Jakarta?

Bij ons huis was een prachtige tuin en achter ons huis waren stallen voor paarden die we aaiden en eten gaven. Op een dag waren alle paarden verdwenen. Mijn moeder zei dat ze iets verkeerds hadden gegeten maar eigenlijk waren ze naar de vleesfabriek gebracht en geslacht.

Later zijn we verhuisd naar een klein eilandje Madoera waar zout gewonnen wordt. Omdat het heel corrupt was wilde mijn vader daar niet blijven.

Madoera vond ik zelf heel leuk, want we mochten in de zoutbakken zwemmen.

We verhuisden daarna naar Surabaya dat 800 km verderop lag. We gingen met de trein en in de trein zag ik, toen ik wakker werd omdat de locomotief water nodig had, de mooiste zonsondergang die ik ooit had gezien.

**

Hoe was de Tweede Wereld oorlog voor jullie in Indonesië?

Toen de Tweede Wereldoorlog uitbrak hoorden we over brandende huizen door bombardementen en bommenwerpers in Nederland. Ik kon me daar toen niets bij voorstellen.

Mijn vader kwam in die tijd bijna niet meer thuis. Mijn moeder zei: “Hij moet oefenen in zee en ik vroeg me af wat hij daar in de zee deed?

Mijn vader bleek later van alles te saboteren in opdracht en we hoorden dat hij ontsnapt was met een boot naar Australië. Later is hij verraden, opgepakt en doodgeschoten.

**

Waarom moesten jullie naar het jappenkamp?

De Japanners hadden spullen en huizen nodig. Wij waren in Surabaya 1 v.d. laatste die aan de beurt waren. Ze kwamen bij ons langs en zeiden; over 4 dagen moet je het huis uit zijn en dat en dat en dat willen wij hebben. Ik sloop stiekem weg en nam fotoboeken mee in een laken naar ons nieuwe huis in het kamp.

Hoe zag een Jappenkamp eruit?

De Japanners zochten delen van alle steden uit die ze omheinden met prikkeldraad met gevlochten bamboe zodat je niet naar buiten kon kijken. In het kamp liep een stadswacht die ‘s nachts patrouilleerde.

Akelig was dat de mensen in de kampen bijna niets te eten kregen en er steeds meer mensen in de kampen kwamen.

De huizen in de kampen waren niet zo groot en we sliepen met zijn 8en in een kamer. Toen ik 11 jaar woonden we met 35 mensen in het huis.

De leiders van het kamp waren heel aardig voor ons kinderen. Dat vond ik wel bijzonder.

Gingen jullie ook wel eens naar een ander kamp?

Jazeker. Er werd op een keer gezegd: “Jullie gaan naar een ander kamp en je mag 7 hutkoffers meenemen. Deze moesten wel specifieke maten hebben dus we probeerden te ruilen voor goede maten. Alles moest met de trein mee en het duurde de hele nacht. We hadden geen eten en drinken en het ergste was de dorst als je in zo n trein zit boven op elkaar. Ik had zo n dorst! Op een gegeven moment stopte de trein omdat de locomotief water nodig had en toen ben ik stiekem uit het raam van de trein geklommen, dat lukte goed omdat ik klein en vlug was. Ongezien heb ik toen een flesje water gevuld. Ik ga dus nooit meer op weg zonder een flesje water.

Uw ouders zijn beiden overleden, wat is er met uw moeder gebeurd?

Mijn moeder gaf altijd het meeste eten aan ons en ze deed alles voor ons. Eigenlijk moest ze werken in het Jappenkamp maar ze wilde dat niet omdat ze voor ons wilde zorgen. Maar de officier in het kamp was hier niet van gediend. Toen zei ze tegen hem ‘als ik niet voor mijn kinderen mag zorgen.. steek me dan maar dood! Toen was hij wel onder de indruk en ze heeft niet hoeven werken en mocht voor ons zorgen!

Maar omdat mijn moeder zichzelf in het kamp standaard te weinig eten gaf, werd ze ziek en overleed ze uiteindelijk. De oorlog was toen net afgelopen. Daarna moesten wij met een vrachtauto naar het weeshuis en later gingen we met alle andere wezen op de boot naar Nederland. Daar sliepen we in hangmatjes en werden we begeleid door de oudere kinderen. Wij waren met zijn zevenen en werden de 7 geitjes genoemd.

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892