‘Toen Nederland was bevrijd konden we Josje weer ophalen!’


Eda, Abdourrahim en Ineya vertellen het verhaal van Cor Bongers
Aalsmeerweg 36Amsterdam Nieuw-West

Eda, Abdourrahim en Ineya van IKC Het Talent in Osdorp interviewen Cor Bongers over de oorlog. De familie Bongers woonde in die tijd aan de Aalsmeerweg. Cor was één toen de oorlog begon, zijn broer Jos werd in 1944 geboren.

Hoe heeft u de oorlog overleefd?
‘Ik ben net voor de Tweede Wereldoorlog geboren, in 1939. Als kind wist ik niet wat oorlog betekende want ik wist niet beter dan dat het oorlog was. Ik herinner me dat we niet veel te eten thuis hadden. Op een dag, toen ik een jaar of vier was, kwam ik thuis en zag ik mijn vader in tranen. Hij trilde helemaal. Mijn vader werd getroost door mijn moeder en onze buurman. Om mijn vader zo te zien, vond ik erg confronterend. Het was voor mij alsof de wereld verging. En dat gevoel was het juist dat hem zo liet huilen. Hij had een schoenmakerij en door de oorlog hadden mensen geen geld om hun schoenen te repareren. Zo kwam er geen geld meer binnen voor ons gezin. Mijn vader besloot om zijn schoenmakerijmachine te ruilen. Twee dagen liep hij langs de boerderijen om zijn machine te ruilen voor koren om brood van te kunnen maken. Alles draaide om eten in die tijd; zoeken naar eten, ruilen voor eten. Want als je niet eet dan krijg je het koud, je wordt lusteloos, moe en je hebt geen energie meer om iets te doen. Ondanks de barre tijden heeft mijn vader er toch altijd voor gezorgd dat wij iets te eten hadden.’

Moest uw vader onderduiken?
‘Ja, hij is ondergedoken bij zijn zus in Amsterdam-Noord, waar hij zich verschool in een kolenhok. De Duitse soldaten waren namelijk op zoek naar dwangarbeiders om in Duitse fabrieken te gaan werken. Mijn vader wilde dat niet en ging dus bij zijn zus onderduiken. Helaas is hij tijdens een razzia ontdekt en gevangengenomen. Hij werd op de trein gezet naar Duitsland. Onderweg ontmoette hij Wout van Aken en samen hebben ze het voor elkaar gekregen om de treindeur te openen. Met nog een paar andere mannen zijn ze toen uit de trein gesprongen. Er is op ze geschoten en sommige mannen zijn daarbij dodelijk geraakt. Mijn vader wist weg te vluchten en kwam ongedeerd thuis. Wout van Aken is opgepakt. Hij heeft de oorlog overleefd, maar kwam er wel vermagerd en verminkt uit.’

Kunt u wat vertellen over uw broertje Jos?
‘In 1944 werd mijn broer Jos geboren. Tijdens de Hongerwinter kon mijn moeder hem amper iets te eten geven. Hij was erg ondervoed. Mijn ouders besloten om hem naar Friesland te brengen, naar een adoptieouder. Met een schip gingen honderd baby’s naar Friesland, maar halverwege het IJsselmeer werd het slecht weer. Door het slechte zicht kon de kapitein niet meer verder; hij heeft het schip toen naar Enkhuizen gevaren. Daar vroeg hij de dorpsomroeper of hij bewoners kon vragen om een baby te adopteren. “Wie wil er een kindje adopteren!” werd er omgeroepen. Mijn broertje Jos kwam bij een liefdevol gezin terecht. Zij hadden het zelf ook niet heel breed. De vader was visser van beroep, dus kleine Jos heeft heel veel paling gegeten en sterkte snel weer aan. Toen de Amerikanen en de Canadezen Nederland bevrijdden was iedereen dolgelukkig, maar wij helemaal want wij konden onze Josje weer ophalen. Na veertien dagen was het zover. Mijn vader had een handkar gehuurd en we gingen met het gezin lopend op pad. Van Amsterdam naar Enkhuizen is ongeveer zeventig kilometer; daar deden we twee dagen over. Toen we bij het huisje aankwamen en we Josje zagen, waren wij intens gelukkig. En wat zag hij er lekker gezond uit!’

 

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892