‘Toen ik klein was zag ik Nederland als een soort paradijs’
Liyana, Felix, Gilaysa en Arjuna vertellen het verhaal van Sonny Caster
ArubaDe Rivierenbuurt
Sonny Caster (1948) is geboren op Aruba, en vertrok toen hij 16 jaar oud was in zijn eentje naar Nederland. Hij is gevormd door drie culturen: de Surinaamse cultuur omdat zijn ouders Surinaams zijn, de Arubaanse cultuur omdat hij jarenlang op Aruba heeft gewoond, en de Nederlandse cultuur omdat hij hier alweer zestig jaar woont. Aan Liyana, Felix, Gilaysa en Arjuna vertelt hij zijn verhaal.
Kunt u iets vertellen over uw familiegeschiedenis?
‘Mijn beide ouders zijn in Suriname opgegroeid. Toen ze begin 20 waren, zijn ze naar Aruba verhuisd omdat daar meer werk was. Op Aruba ben ik geboren en ik heb daar tot mijn 16e gewoond. Thuis spraken we Nederlands en Surinaams, op school Nederlands en buiten met mijn vrienden sprak ik Papiamento. Ik ben met drie talen opgegroeid en uiteindelijk ook gevormd door deze culturen. Ik haal datgene uit de cultuur wat het beste bij mij past. Zo heb ik zelf een beetje mijn eigen ‘roots’ gemaakt. Ik denkt nog wel altijd in het Papiaments. Die taal bindt nog steeds.
Ik heb een paar jaar geleden onderzoek naar mijn herkomst gedaan. Ik heb veel informatie kunnen vinden en een stamboom gemaakt die teruggaat tot 1803. Er waren twee zussen die uit Afrika waren gehaald. Van een van de zussen stam ik af. Ik ben de zesde generatie.’
Hoe was uw komst naar Nederland?
‘In Nederland ging ik naar de Zeevaartschool in Rotterdam om verder te leren, zonder mijn familie. Ik woonde bij een Nederlands gezin en heb zo heel snel kennisgemaakt met hoe alles hier werkt. Veel was anders dan bij ons. Er waren in die tijd weinig donkere mensen in Nederland. De kinderen in mijn straat vonden het heel interessant dat ik donker was, ze vroegen me van alles: hoe het kwam dat ik zo’n donkere huid had en zulke haren had… Ik liep vaak mijn huis voorbij want al die huizen leken hier op elkaar.’
Hoe was uw jeugd?
‘Ik ben met veel geweld om mij heen opgegroeid. Als er een conflict was dan ging je vechten, zowel de kinderen als volwassenen. Als je als kind iets deed wat niet mocht, dan kreeg je er goed van langs. Niet alleen van je ouders maar ook van de buren. Je leefde als het ware als één grote familie en iedereen hield alles in de gaten. Moeder dreigde altijd: wacht maar tot je vader thuiskomt, dan word je gerammeld. Dat was gebruikelijk. Dan liep ik snel weg en kreeg ik alsnog een pak slaag.’
Wat vindt u van uw leven in Nederland?
‘Toen ik klein was zag ik Nederland als een soort paradijs. Als iemand een beetje gestudeerd had, sprak hij Nederlands. Onder Surinamers werd Surinaams gezien als de taal voor het lagere volk. We leerden erover op school en de Nederlanders die op Aruba waren, hadden allemaal goede banen. Ik had net als iedereen de wens om naar Nederland te gaan om te studeren. Na mijn studie ben ik in Nederland gebleven en heb verschillende banen gehad. Na mijn pensioen ben ik gaan doen wat ik altijd al leuk vond: ik ben rijinstructeur geworden en doe dat elke dag met veel plezier. Ik vind mijn leven heel leuk en voel mij heel rijk.’
Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.