‘Toen ik de ster van mijn jas trok, voelde ik mij er voor het eerst weer bij horen’


Manushi, Yasmine en Saifeddine vertellen het verhaal van Jack Courant
Boterdiepstraat 17 IIAmsterdam Nieuw-WestDe Rivierenbuurt

Krullerige hond Doebie staat in Osdorp boven aan de trap als eerste klaar om Manushi, Saifeddine en Yasmine van basischool Pro Rege te begroeten, daarachter staat Jack Courant (95) met een warme glimlach. ‘Het is eigenlijk de eerste keer dat ik kinderen van jullie leeftijd bij mij thuis ontvang om mijn verhalen te vertellen.’ Terwijl Jack en de kinderen hun plakjes cake met een likkebaardende Doebie op de achtergrond opeten, rollen de vragen en verhalen over de koffietafel.

Hoe voelde u zich toen de oorlog begon?
‘Op 10 mei 1940 werd ik als zestienjarige jongen midden in de nacht wakker van knallen. Parachutisten vielen toen uit de lucht en ik weet nog dat ik dacht: dit is het begin van het einde. Eigenlijk was ik helemaal geen stoer jongetje, sterker nog: ik was wat bangelijk. Maar toen ik de oproep kreeg om mij te melden, voelde ik heel sterk dat ik mijn huid niet duur zou verkopen. Tegen mijn moeder zei ik dat ik me dan nog liever dood wilde laten schieten. Dat was het moment waarop ik besloot onder te duiken. Toen heb ik mijn koffertje gepakt en afscheid van mijn ouders en vier jaar jongere broertje Wim genomen. De Jodenster trok ik van mijn jas en ik voelde me bevrijd; eindelijk hoorde ik er weer bij. De Duitsers hadden ons inmiddels totaal weten te isoleren. Gelukkig kon ik lang bij vrienden in Rotterdam en bij een veearts in Groningen onderduiken. Daarom zeg ik wel eens dat ìk niet veel heb meegemaakt. Anderen zijn veel erge dingen overkomen. Mijn ouders en broertje zijn naar een kamp gestuurd. Mijn vader en broertje hebben dat niet overleefd. Dat is heel verdrietig.’

Weet u hoe en waar zij zijn gestorven?
‘Mijn vader is via Westerbork naar Auschwitz gebracht en meteen in de gaskamer vermoord. Hij heeft vanuit de trein nog een briefje uit het raam gegooid en dat heeft een bakkersjongen toen naar ons opgestuurd. Dat briefje heb ik nog steeds. Mijn broertje had het in Auschwitz net als mijn moeder heel lang volgehouden, maar toen de Duitsers ontdekten dat de Russen dichterbij kwamen, waren ze bang dat de mensen erachter kwamen wat ze allemaal voor verschrikkelijks gedaan hadden. Zij hebben toen alle mensen kilometers en kilometers laten lopen op weg naar een ander kamp. De mensen waren al zo zwak en als ze het lopen niet volhielden, werden ze neergeschoten. Dat is bij mijn broertje ook gebeurd. Mijn moeder kreeg bijna op het eind van de oorlog mazelen en de Duitsers – die bang waren voor ziektes – namen haar niet mee op zo’n dodenmars maar lieten haar voor dood achter. De volgende ochtend kwamen de Russen en zij hebben haar bevrijd. Toen ik haar na de oorlog weer zag, was ze een klein mager vrouwtje geworden. Ze was bijna niet te herkennen.’

Bent u nooit opgepakt?
‘Toen ik in Groningen ondergedoken zat, reisde ik iedere week van de boerderij naar de stad om daar geheime briefjes op te halen van mijn moeder. Omdat ik een zogenaamd verloren persoonsbewijs van een niet-Joodse student had gekregen –  waar mijn vader mijn pasfoto heel zorgvuldig had verwisseld en het zegeltje had vervalst – kon ik met de bus reizen. Op een dag werd de bus tegengehouden en werd iedereen gecontroleerd. Toen ben ik opgepakt en naar het beruchte Scholtenshuis gebracht waar mensen gemarteld werden. De SD zocht studenten die een agent in Rotterdam hadden vermoord. De natuur is mij toen letterlijk te hulp geschoten. Tijdens het verhoor moest ik namelijk opeens heel nodig plassen. Gek genoeg mocht dat en toen ik klaar was, bleek mijn bewaking niet meer voor de wc-deur te staan. De kalmte kwam in mij en ik ben toen heel nonchalant de trap af gelopen, heb nog gewuifd naar de portier en ben naar buiten gegaan. Dat was mijn redding. Maar ik moet vooral zeggen dat ik hele lieve en dappere mensen heb gekend die mij in huis namen terwijl zij ook bang waren en heel veel gevaar liepen. Wat ik jullie daarom wil meegeven is dat zelfs in de meest verschrikkelijke omstandigheden er altijd mensen zijn die goede dingen voor een ander kunnen doen. ’    

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892