Pia Korstman woonde tijdens de oorlog in de van Speijkstraat war haar vader een melkwinkel had. Ze laat de kinderen wat foto´s zien van toen zij nog op school zat. Met een grote strik in het haar kijkt ze in 1944 als 10-jarige vanuit haar schoolbank de camera in. “Dat was mode toen”, zegt ze met een lach.
Wat heeft u onthouden van de oorlog?
Toen ik klein was, wist ik van niks. Als je zes jaar bent, vertellen ze je dat niet. Ik was toen nog te jong om het echt eng te vinden. Ik zag wel eens militairen in uniform lopen en vroeg wat dat waren en wat ze met dat pistool gingen doen. Later begreep ik dat je met een pistool op mensen schiet. Er kwamen steeds meer militairen op straat. Ik werd ouder en ging ook meer begrijpen wat er aan de hand was. Als er oorlog is, pik je een ander land in en wil je daar de baas spelen. Dat gebeurde bij ons ook. Tegen mijn vader zeiden ze: jij verkoopt te weinig melk. Toen moest hij een grotere winkel kopen, want anders moest hij naar de fabrieken in Duitsland. Ook liet hij zijn grijze haar en baard groeien zodat hij op een oude man leek. Eigenlijk was het vroeger altijd wel fijn. Je kon gewoon rustig buiten spelen. Alleen het laatste oorlogsjaar was verschrikkelijk. Dat was het slechtste wat er is.
Heeft u honger geleden tijdens de hongerwinter?
In 1944 was er praktisch geen eten meer. Dat ging niet in een keer, maar geleidelijk. Er was steeds minder en later was er bijna niks meer. Onze meester zei: neem maar een schaaltje en een lepel mee, dan krijgen jullie eten op school. Voor sommige kinderen was dat de enige maaltijd die ze op een dag kregen. Er gingen toen ook kinderen dood van de honger. Er was geen schoon water meer en geen gas en elektra, want dat was allemaal afgesloten. We liepen op zelf gemaakte schoenen. De melkflessen in de etalage van de melkwinkel waren wit geschilderd, want daar zat geen melk meer in. Toch hadden wij nog een beetje eten. Dan stonden er kleine kinderen voor de deur om eten te vragen. Mijn moeder nam ze mee naar de keuken en kregen ze een sneetje zelfgemaakt brood met melkpoeder als beleg. Als mijn vader ´s avonds wilde lezen, ging ik op een fiets zitten en door de dynamo had hij dan een beetje licht. Met kerst hadden we helemaal niks te eten. Dan ga je aan de slag met suikerbieten en bloembollen.
Hoe vond u de bevrijding?
Oooo dat was fantastisch! Niet te beschrijven hoe blij ik toen was. Laat ik nou net ziek zijn tijden die dagen en dus mocht ik niet naar buiten. Ik zat in de etalage van de winkel naar buiten te kijken en zag honderden mensen, met vijf of zes naast elkaar, dansen op straat. Later heb ik nog mee gedaan met de optochten en spellen die voor kinderen werden georganiseerd. Toen ben ik nog eerste geworden met het zaklopen.