‘Soms werd ik toegelaten in de discotheek in Eindhoven, soms niet’
Safouane, Kadriye en Adi vertellen het verhaal van Winston Gibbes
Curaçao
Het is even zoeken, maar dan bellen Safouane, Kadriye en Adi van basisschool De Schelp uit Eindhoven aan bij Winston Gibbes (1951). Gastvrij doet hij de deur open en leidt ze rond in zijn bungalow met een mooie patio. De kinderen kijken hun ogen uit en gaan aan de grote ronde tafel zitten, klaar om hun vragen te stellen. Na afloop krijgen ze een zakje chips, waar ze ontzettend blij mee zijn. Ze vinden het erg gezellig bij meneer Gibbes. Hij was 22 jaar toen hij uit Curaçao naar Eindhoven kwam om te studeren.
Hoe bent u opgevoed?
‘Ik had fijne ouders en groeide op in een gezin met vijf broers en twee zussen. Mijn moeder was een vooruitstrevende vrouw. Ze leerde ons respect te hebben voor meisjes en gaf ons ook voorlichting. Ze zei altijd tegen mij en mijn broers: ‘Jullie mogen niet doen wat ik mijn dochters niet wil laten overkomen’.
Op zondagen kookte ze niet, want ze vond dat iedereen moest leren koken. Daar ben ik haar nog altijd dankbaar voor. Dankzij haar hebben al haar kinderen leren koken en het lekkerste eten is dat wat je zelf maakt, precies naar je eigen smaak. Ik kookte vaak rijst, nasi en karbonade, en ik hou nog steeds veel van groente.’
Wat maakte u mee op school?
‘De witte onderwijzers dwongen ons om Nederlands te spreken. Papiaments onderling praten was verboden, als je dat toch deed, kon je zelfs van school gestuurd worden. Soms kregen we slagen, ook de meisjes. Maar mijn vader had de onderwijzers gewaarschuwd dat hij dat niet zou tolereren. ‘Aan mijn kinderen kom je niet’, zei hij tegen hen.
Ik maakte daar ook handig gebruik van. Als iemand iets deed in de klas en niemand wilde diegene verraden, kreeg de hele klas straf. Ik weigerde dan het strafwerk te maken. Ik had mijn vader achter me staan.’
Hoe was de begintijd Nederland?
‘Na de hbs wilde ik verder studeren, en dat kon in Nederland. Ik koos voor Eindhoven en ging naar de heao, richting economie. Ik had geluk dat ik in een fijne groep terechtkwam, ze maakten me wegwijs. Veel van hen kwamen ook van de Antillen, en het was een gezellige, warme club mensen.
Er was een discotheek waar ik vaak naartoe ging die we ‘het huwelijksbureau’ noemden. Soms werd ik toegelaten, soms niet. Witte mensen mochten altijd naar binnen. Ik besloot principieel te zijn en ging er uiteindelijk niet meer heen. Voor mij draait vriendschap niet om wat je hebt of wat je bereikt hebt, maar om wie je als mens bent. Ik wil dat mensen openstaan voor de persoon die je werkelijk bent, niet voor je opleiding of hoe mooi je leven is.’
Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.