‘Slapen op een boot, verstopt tussen het riet’


Chemaiyro, Fien, Doeschka,/n Nora, Yasser en Hunter /n Lois, Stella, Jacob, Boris/n en Kevin (11 en 12 jaar) vertellen het verhaal van John Tielrooy 18 jaar toen de oorlog begon
Oostelijke Handelskade 6Amsterdam-Oost

Wij hebben met elkaar meneer John Tielrooy geïnterviewd over de Oostelijke Handelskade in de oorlog. Het was bijzonder omdat hij precies ondergedoken zat op de plek waar onze school staat.

Waar heeft u ondergedoken gezeten?
“Toen de oorlog begon zat ik op de HTS. Daarom kreeg ik vrijstelling van de Arbeitseinsatz. Toen ik klaar was met mijn studie ben ik ondergedoken. Ik begon in ons eigen huis, op de Oostelijke Handelskade nr. 6, naast Panama. Dat was een vrijstaand diensthuis, mijn vader werkte daar. Maar ik kon niet blijven en daarna heb ik op verschillende adressen ondergedoken gezeten. Het was altijd spannend als ik toch de straat opging. Dat kon eigenlijk niet meer, want jongens van twintig werden meteen opgepakt. Er waren altijd controles waarbij je je moest legitimeren met je stamkaart.”

Had u vrienden die ook ondergedoken waren?
“Ik zaten in de zomer van ‘43 samen met vier goede vrienden ondergedoken in Vinkeveen, op een zeilboot van een vriend van mijn ouders. We sliepen op die boot op de Vinkeveense Plassen. Er waren allemaal eilandjes met hoog riet waartussen je je goed kon verstoppen. Er werd daar turf gestoken, dat gebruikten we als brandstof en onze ouders brachten bij toerbeurt eten. We leefden die hele zomer een beetje als wilden. Daarna zat ik er in m’n eentje, je kon moeilijk aan een adres voor vier personen komen. Niet veel mensen waren bereid om onderduikers in huis te nemen, dat was natuurlijk ook heel riskant. Van ons vieren hebben er drie het overleefd.”

Wat deed u tijdens de onderduik?
“Ik las veel en heb Spaans geleerd. Ook studeerde ik economie uit pure verveling en Engelse handelscorrespondentie. Tijdens de onderduik miste ik het menselijk contact. Je hebt helemaal geen mensen om je heen, ik miste mijn sport. Ik was een enthousiaste honkballer voor de oorlog.”

Hoe zag de onderduikplek in Panama eruit?
“De Duitsers wilden het centrale machinegebouw, Panama, opblazen, omdat er dan in de hele haven geen stroom meer zou zijn. Maar om de een of anderen reden is dat nooit gebeurd, dus het gebouw stond leeg. Ik ben daar toen met een van die vrienden gaan wonen. We sliepen in een diepe kast. Het was een oud huis, die kasten waren van oorsprong bedsteden. In het gebouw ertegenover zaten de Duitsers, daar keken wij op uit. Zij hadden een wacht voor de deur. In de Hongerwinter was de haven een spergebied, er mocht niemand in. Maar wij zaten daar dus ondergedoken met een schildwacht voor de deur. Veiliger kon eigenlijk niet. We hebben wel in het donker gezeten, want je kon absoluut geen licht branden ’s avonds, anders konden die Duitsers het zien.”

foto’s: Marieke Baljé

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892