Shakuntala’s oma werd in India opgepakt, in een loods gegooid en de volgende dag op de boot gezet naar Suriname om daar als contractarbeider te werken op de plantages


Bojana, Levi en Timo vertellen het verhaal van Shakuntala

Bojana, Levi en Timo zijn het laatste groepje dat gaat interviewen. Bij Shakuntala moeten eerst de schoenen uit en heeft ze lekkere geurtjes en kaarsjes in een schaal met water en  bloemblaadjes  voor een goede energie. De pers is erbij dus het is extra spannend! Ze interviewen zelfs zonder briefjes!

Hoe was het op school?

Ik ging naar een Hindoestaanse school, maar kinderen uit allerlei culturen gingen daarnaartoe.

Suriname is een smeltkroes van allerlei culturen omdat tijdens de slavernijperiode mensen vanuit allerlei landen naar Suriname gebracht zijn om te werken op de plantages.

De tot slaaf gemaakte werden meestal afschuwelijk behandeld en het was heel hard werken. Er waren er ook die weigerden en de bossen invluchten, zij heten de Marrons. De Marrons woonden nog steeds in de bossen toen ik daar opgroeide en ze kwamen af en toe bij mij in de klas. Ook Boutersen ging bij ons naar school.

Op school stonden de ramen altijd open en in de klas zat je in de knappe rij, de midden rij, de domme rij of de hele domme rij. Als je in de hele domme rij zat was dat heel erg, want dan wist iedereen dat.

**

U was Hindoestaanse; waarom besloot u om moslim te worden?

Ik kreeg een goede vriendin die moslim was. Toen zij ging vasten nam ze me daarin mee. Dat vond ik zo geweldig, die discipline van het vasten. Zelf ben ik van geboorte hindoestaanse. Maar wanneer we vroeger met hindoestaanse rituelen bezig waren giechelde we heel erg en werden we vaak weggestuurd.

De traditie van het vasten maakte ik echt met haar mee en kon ik serieus nemen.

**

Welke culturen en geloven waren er in Suriname?

Er waren Indianen die natuurgodsdiensten hadden en in bomen goden zagen. Er waren Afrikanen dei hun eigen natuurreligie hadden. En er waren kolonialisten, de Nederlanders, die rooms-katholiek waren en de natuurvolken probeerden te kerstenen, kerstenen is deze volken laten bekeren naar het christendom. Maar ook waren er Hindoestanen uit India en Boeddhisten uit Indonesië.

Wat vindt u van die geloven?

Ik herinner me dat ik een tijdje op een Rooms-katholiek internaat zat. Daar waren heel veel beelden. Heel eng! En dan moest je ook nog knielen voor al die beelden!

Maar ik heb veel onderzoek gedaan naar de overeenkomsten tussen de verschillende geloven. Dat is interessant, om te zoeken naar overeenkomsten i.p.v. naar verschillen en elkaar daarmee te lijf gaan.

**

Welke tradities heeft u meegenomen naar Nederland?

Ik hou ervan om lampjes te branden. Ik doe daar geklaarde boter in met een lontje die we branden voor zonsopkomst. We hebben ook een lichtjesfeest eind oktober waarbij we de maanstanden gebruiken.

De schalen op tafel met water, bloemblaadjes en kaarsjes zijn om een fijne energie in huis te creëren. Dat doen we ook met geuren.

Wat deden jullie met verjaardagen in Suriname?

Iedere verjaardag werd er een verjaardags-bus gehuurd waarmee we door de stad gingen touren met veel lawaai!

**

Uw oma kwam naar Suriname om op de plantages te werken. Hoe kwam ze daar terecht?

Mijn oma woonde in India en was Hindoestaanse. Bij de hindoestanen is het zo dat de schoonouders van de man met wie je trouwt alles met je mogen doen, dus zij mochten je slaan en mishandelen. Mijn oma had een dochtertje van 3 en werd dus zwaar mishandeld door haar schoonouders. Keer op keer keerde ze terug naar haar ouders, maar die stuurden haar meteen weer terug naar haar man en schoonfamilie.

Op een dag was ze onderweg naar huis en ontmoette ze mensen die haar zeiden kom lekker hier zitten. Toen ze nee zei hebben ze haar gewoon opgepakt, in Calcutta in een loods gegooid en de volgende dag op de boot gezet en naar Suriname. Die reis duurde 99 dagen!

Er werden in die tijd hele groepen van straat geplukt in India. Er werd ze gezegd dat ze naar god siram gingen. Dat geloofden de mensen maar later kwamen ze erachter dat het heel zwaar werk was in Suriname. Na 5 jaar zware arbeid op de plantages mochten de contractarbeiders weer terug en kregen ze een gratis ticket naar huis. Maar als je een kind had moest je voor dat kind wel de overtocht betalen. Als je dan geen geld had bleef je in Suriname. Wel kreeg je dan in plaats van het ticket een stukje grond.

Werkte u ook op plantages in Suriname?

Ja, ik werkte daar omdat ik het leuk vond! Dat was een hele andere tijd!

Zelf heb ik rijst geplant en gesneden en in de moerassen gelopen.  In de moerassen werkte ik graag als het heel heet was, lekker koel met al dat water. Ik ving vissen en garnalen in mijn handen als kommetjes.

Op de plantage was een heel irrigatiesysteem met heel veel sluizen, dus dat was heerlijk!

Hoe bent u opgevoed?

Heel streng! Ik mocht niet alleen op straat lopen omdat ze bang waren dat ik een leuke jongen tegen zou komen en een vriendje zou krijgen.

Mijn ouders hielden me constant in de gaten, daar was ik aan gewend. We mochten in de vakantie ook nergens naar toe, behalve naar de bioskoop en de klimles met een chaperonne, dus onder begeleiding. Dat klinkt vervelend maar ik wist niet beter.

Ik had wel stiekem een vriendje…. maar daar mocht ik niet mee trouwen omdat hij moslim was.

 

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892