‘Platgedrukt in de mensenmassa’


Iago (11 jaar), Adriano (12 jaar), Nidal (11 jaar) en Casper (11 jaar) vertellen het verhaal van Kees Stuyfersant 6 jaar toen de oorlog begon
Montelbaanstraat 13

Meneer Kees Stuyfersant woont nog steeds in hetzelfde huis als waar hij met zijn ouders en broertje en zusje woonde tijdens de oorlog. Hij herinnert zich de verdwaalde bommen die op en rondom de Recht Boomssloot vielen en in het water van de Oude Waal. Hij liet ons zien waar het gebeurde. De scherven van granaten die hij toen verzamelde heeft hij bewaard. We mochten er ieder één uitkiezen en meenemen!

Mooi glimmend
“Eén keer zijn er op en rond ons huis vier bommen gevallen. Alle ramen waren kapot en het ledikantje van mijn zusje Ansje lag vol met scherven. Ze mankeerde niks. Een buurvrouw kreeg een scherf in haar longen. Ze is er negentig jaar mee geworden.
Als kind ging ik graag op zoek naar scherven. Vanaf de marinewerf , op de plek waar nu het Scheepvaartmuseum is, werd met luchtafweerkanonnen door de Duitsers geschoten tegen de Engelsen die overvlogen. ‘s Nachts hoorde je de scherven van ontplofte granaten op de grond kletteren. De volgende dag gingen we dan eerder van huis, om op weg naar school scherven te zoeken. Granaten, en ook de scherven ervan, glommen heel mooi. Als de zon scheen zag je ze in de verte al liggen. Na de oorlog had ik twee blikken met scherven verzameld!”

Kinderverzet
“Als kinderen zongen we verzetsliedjes. Sommige liedjes ken ik nog. Dat was voor ons de manier om verzet te plegen:

Een Engelse torpedo, jaha
Die voer eens langs de Duitse kust
Ze gingen aan de Führer vragen
Of hij zure bommen lust
In de heldere maneschijn
Bombarderen we Berlijn
En dat vindt de Führer helemaal niet fijn!”

7 mei op de Dam
“Met mijn achtjarige broertje Reggie ging ik op 7 mei 1945 naar het bevrijdingsfeest op de Dam. Opeens werd er geschoten door Duitse soldaten en ontstond er paniek. Iedereen rende weg en in het gedrang werd mijn broertje uit mijn hand gewrongen, terwijl ik met de massa mee naar het Damrak werd gesleurd. Daar gingen we plat op de grond liggen. Ik kreeg het benauwd en kon nog net schreeuwen: ‘Help, ik stik!’ Opeens werd het licht om me heen, iedereen rende weer verder. Ik ben naar huis gerend en kwam zonder glazen in mijn bril aan. Mijn moeder was erg in paniek maar opeens ging de bel: daar stond Reggie, onder het bloed. ‘Ik heb niks!’ zei hij. Het bloed was van iemand anders. Wij waren ongedeerd.”

foto’s: Marieke Baljé

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892