‘Pas na de oorlog ontdekten we dat in ons huis geweren lagen verborgen’
Samuel, Djuun, Eduan en Noah vertellen het verhaal van Herbert Rutgers
Witte de Withstraat
De conciërge van hun school, de Handreiking in Eindhoven, brengt Samuel, Djuun, Eduan en Noah met de auto naar het huis Herbert Rutgers. Meneer Rutgers was twee jaar oud toen de oorlog begon en woonde destijds in een bovenwoning aan de Witte de Withstraat in Amsterdam. Hij staat al voor de deur om de kinderen te begroeten. Ze krijgen allemaal een glaasje fris in de moderne lichte woonkamer. De jongens hebben zich goed voorbereid en hebben er zin in.
Heeft u Joden gekend?
‘Wij woonden in een bovenwoning en hebben daar een Joods echtpaar, de familie Zurel, in onderduik gehad. Zij zaten eerst bij een boer, maar hun kleine kindje huilde te veel, waardoor ze daar niet langer konden blijven. Een koerierster heeft hun zoontje Robby meegenomen en ergens ondergebracht. Ze is later opgepakt en waarschijnlijk geëxecuteerd, waardoor alle contact met Robby verloren ging.
Mijn moeder ging samen met een vriendin op de fiets op etensjacht. Een neef van mijn vader had een boerderij in Varsseveld, in het oosten van het land, en daar konden we soms eten krijgen. Mijn opa was hoofd van een school en woonde in Vroomshoop. In zijn onderwijzerswoning waren Duitse soldaten ingekwartierd. Toen mijn moeder bij opa langsging, zag ze een jongetje met zwarte haren bij oma staan. Omdat oma ook donker was, leek het net haar kleinzoon uit Amsterdam, maar het was een Joods jongetje dat ze in huis hadden genomen.
Alles wat hij nog had van voor de onderduik was een klein zakje met zijn tandenborstel erin. Mijn moeder herinnerde zich het verhaal over Robby en nam het zakje mee naar huis. Wat bleek? Het jongetje was inderdaad Robby, de zoon van het echtpaar Zurel.Robby leeft nog, hij woont in Thailand, en we hebben nog steeds contact.’
Kende u iemand in het verzet?
‘De halfbroers van mijn vader zaten allemaal in het verzet. Ze hielpen gestrande geallieerde vliegeniers die terug moesten naar Engeland. Die zaten onder de grond in een bunker, vlak bij een Duitse kazerne – zo viel het minder op.
Mijn vader was ondergedoken omdat hij niet tewerkgesteld wilde worden, maar hij was wel vaak in Amsterdam. Hij zat in een knokploegje en stal bonkaarten, met een geweer onder zijn arm. Mijn moeder verspreidde de bonkaarten; ze werden in de voering van haar jas genaaid. Ze was een kleine, stevige vrouw, en Duitse officieren lonkten naar haar, daardoor kwam ze er steeds mee weg.
In huis hadden we een afgesloten plek met een gordijn ervoor. We wisten niet precies wat daarachter lag. Pas na de oorlog ontdekten we dat er een heleboel geweren verborgen lagen…’
Hoe was het in de Hongerwinter voor u?
‘Het ergste van de hongerwinter vond ik de kou. Soms waren mijn handen zo blauw van de kou dat ik ze onder de oksels van mijn vader moest opwarmen. We sliepen met de hele familie in één bed om warm te blijven.
Boven hadden we een klein potkacheltje. Daar poften we soms bruine bonen in de as, als een soort tussendoortje. Ook stukjes tulpenbol legden we op de rand van het kacheltje om te roosteren. Er was bijna niets om mee te stoken. Het ijs stond aan de binnenkant op de ramen. Sindsdien kan ik er niet tegen als het ergens binnen koud is.’
Heeft u angst gehad?
‘Soms werd ik wakkergemaakt door een verzetsjongen die bij ons in huis verbleef. Hij vroeg dan: ‘Wo ist dein Vater? (Waar is je vader). ‘In Duitsland’, antwoordde ik. Ze trainden me zo, zodat ik bij een Duitse inval hetzelfde zou zeggen als de soldaten het mij zouden vragen.
Op een dag stond mijn zus voor het raam en riep: ‘Mam, Duitsers!’ Mijn vader was thuis en kon niet meer weg, het was te laat. Het Joodse echtpaar was gelukkig al vertrokken. We moesten wel open doen. Ik was bruine bonen aan het poffen in de kachel toen de Duitsers binnenkwamen. ‘Wo ist Herr Rutgers?’, vroegen ze. Ze waren via opa gekomen en hadden een zak aardappels voor ons meegenomen. Het was heel griezelig, maar het liep goed af.’
Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.