‘Ouders weggehaald ’


Nine, Felix, Isabella, Sebastiaan vertellen het verhaal van Nanny Spier, 2 jaar toen de oorlog begon
RijnstraatDe Rivierenbuurt

Nanny Spier was nog heel klein toen haar ouders werden weggehaald. Ze bleef met haar zusje achter. Ze is er nooit achter gekomen waarom niet ook zij zijn weggehaald. Misschien waren het wel goede Duitsers, of had die Duitser ook een klein kindje…? Nu hangt bij haar thuis in de woonkamer een glazen kastje, met daarin het bloesje dat ze droeg toen ze ging onderduiken. 

Als u terugdenkt aan de oorlog, waar denkt u dan als eerste aan? 
“Dan denk ik aan dingen die niet leuk waren. Dat ik mijn ouders kwijtraakte. Dat ik knallen hoorde van bombardementen. Dat soort dingen. We woonden in Scheveningen, maar toen de oorlog begon, moesten we van de Duitsers verhuizen naar Amsterdam. Wij zijn in de Rivierenbuurt terechtgekomen, in de Rijnstraat. Toen we daar drie weken waren, kwamen de Duitsers bij alle huizen aanbellen of de deur intrappen. Alle Joden moesten mee. Ik was toen 4 jaar. Mijn ouders werden meegenomen. Ze hadden ons ook wel gezien. Maar mijn zusje en ik bleven achter. Ik begreep niet waarom ze ons niet meenamen. Veel liever wilden wij bij onze vader en moeder blijven.”

Wat hebben jullie toen gedaan?
“Mijn zusje was dertien en ik was vier. Wat moesten we? Mijn zusje droeg een Jodenster. We konden niet met de tram of met de bus. Maar we hadden een tante in Amsterdam Oost. Mijn zus heeft mij bij de hand genomen en met z’n tweetjes zijn we naar Oost gelopen. Nou, vanaf de Rijnstraat is dat een heel eind. Die oom en tante waren gelukkig thuis en zij hebben ons opgevangen. Een aantal maanden konden we bij hen blijven, maar zij waren ook Joods, dus uiteindelijk moesten we daar weg. Toen zijn mijn zusje en ik ondergedoken. We kwamen terecht in ’s Gravenpolder, een dorpje in Zeeland.”

Vindt u het moeilijk om over de oorlog te praten? 
“Ik heb er moeite mee gehad, vroeger. Naderhand leer je daar meer over praten, als je wat ouder bent. Dan is de pijn er ook een beetje af. Ik heb wel nog steeds een hekel aan lange stenen trappen. In de Rijnstraat, waar we van de Duitsers moesten wonen, heb je allemaal stenen trappen voordat je op de eerste etage bent. Ik ging na de oorlog een keer op bezoek bij iemand met net zo’n trap, toen kreeg ik zo’n naar gevoel. Hoe klein ik tijdens de oorlog ook was, onbewust voelde ik: ‘Het is helemaal niet leuk hier. Ik wil hier weg.’ Ik ga zo’n trap niet op.”

Kinderen interviewen Nanny Spier

 

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892