‘Opeens werd er vanaf een dak op de menigte geschoten’


Chardonnay, Aicha, Jahime, Amber en Tiela vertellen het verhaal van Remmert Tekelenburg
Keizersgracht 800, AmsterdamAmsterdam-Zuidoost

Fotograaf Femke begeleidt Remmert Tekelenburg (87) van zijn huis naar OBS Wereldwijs in Zuidoost. Remmert is slecht ter been, maar dat weerhoudt hem er niet van om aan Chardonnay, Aicha, Jahime, Amber en Tiela uit groep 8 zijn oorlogsherinneringen te vertellen. Hij hoopt dat de kinderen zelf nooit een oorlog mee hoeven te maken.

Was u wel eens bang tijdens de oorlog?
‘De oorlog begon in 1940 en dat was precies het jaar waarin ik voor het eerst naar school zou gaan. Het gebouw werd gevorderd; de soldaten werden daar ondergebracht. Toen moest ik naar een andere school, die een stuk verder weg was. In die tijd ging er ook vaak een luchtalarm af. Dan gingen de leerlingen per klas keurig in een rijtje naar de schuilkelder toe. Die zat onder een brug aan de Vijzelstraat. Dan ging je in je groep naar beneden, op een plek vlak boven het water. Het was hartstikke donker en daar moest je dan maar zitten wachten. Ik vond het doodeng. In de havens was er een opslag voor olievoorraden. De regering wilde niet dat dat in handen kwam van de Duitsers. Die zijn toen in brand gestoken, het schijnt door de Engelsen. Dat gaf een enorme zwarte rookwolk. Als je als kind thuis uit het raam kijkt en je ziet dat, dan vraag je je wel af wat daar aan de hand is.’

Wat is er aan het einde van de oorlog op de Dam gebeurd?
‘Officieel was de vorige dag de vrede getekend. Duitsland had zich overgegeven. Op papier was de oorlog beëindigd, maar dat was niet bij iedereen meteen bekend, ook niet bij de soldaten. Wij hadden het wel al gehoord, op de radio. Heel veel Amsterdammers gingen naar de Dam, want de Canadezen zouden komen. Mijn vriendjes en ik gingen daar ook heen. Mijn moeder vond het maar niks, die was altijd een beetje bang. Er waren een heleboel mensen bij elkaar. Opeens werd er vanaf een dak geschoten op de menigte. Ik was met een paar andere leeftijdsgenoten en die riepen: “We gaan naar De Roode Leeuw!” Ik wist helemaal niet waar dat was. Ik besloot de andere kant op te rennen. Ik liep een steeg in, maar die liep dood. Dat was eng, want toen moest ik weer terug. Gelukkig heb ik niet gezien dat er mensen waren neergeschoten. Dat heb ik achteraf pas op foto’s en filmpjes gezien. Toen ik thuiskwam, schrok mijn moeder heel erg. Mijn vader was namelijk ook naar de Dam gegaan met mijn kleine broertje, maar dat wist ik helemaal niet. En we wisten op dat moment nog helemaal niks van hun lot. De volgende dag was er een parade. Toen kwamen er echt veel Canadezen. En enkele dagen later was er nog een hele optocht. Die kwam ook door de Vijzelstraat.’

Wat vindt u ervan dat er nu weer oorlog is?
‘De tijd was toen zo anders dan nu. Ik vind die oorlog in Oekraïne echt heel afschuwelijk. Zoals het nu is, heb ik het niet meegemaakt. Ik woonde toen in Amsterdam. Daar is ook wel wat gebeurd, maar niet van die vernielingen zoals je daar ziet. Er waren in het begin veel minder vliegtuigen. We vinden een vliegtuig nu heel gewoon, maar toen was het iets heel bijzonders. De Duitsers die ons land binnenvielen in 1940, die hadden veel werk gemaakt van het ontwikkelen van vliegtuigen. Dat waren altijd militaire vliegtuigen, geen passagiersvliegtuigen. Die maakten een heel raar geluid. Ik vind dat geluid van een vliegtuig nog steeds eng. Dan moet ik meteen denken aan de vijand, terwijl er nu mensen in zitten die lekker op vakantie gaan.’

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892